Van Rotterdamse puinhopen tot polderkracht

Windmolens Rotterdamse Hoek Noordoostpolder De Canicula

Van puinhopen tot polderkracht: Hoe het Rotterdamse oorlogspuin de Noordoostpolder versterkte

Het IJsselmeer ligt vlakbij onze thuishaven Sloten en in theorie kunnen we in twee-en-half uur aan de overkant zijn. Jammer genoeg waait het er vaak te hard voor ons lichte bootje en zijn we veroordeeld tot de omweg door de polder. Maar inmiddels is, dankzij een windstille dag, het korte stukje vaarwater tussen voormalig visserseiland Urk en watersportdorp Lemmer toch ook bijgeschreven in ons logboek. Het is best een rare gewaarwording als we bedenken dat hier eens het zoute water van de Zuiderzee deinde op de golven van het getij. Nu waaien er de wieken van de windmolens, die wortelen in zoet water. We varen langs de windmolens, die keurig in het gelid, parallel aan de dijk staan en het duurt voor ons gevoel eeuwen voordat we bij de volgende zijn.

In deze video varen we vanuit de Loosdrechtse Plassen via Urk en de Rotterdamse Hoek naar Sloten

Urk De Canicula

“Wie eind negentiende eeuw langs de kusten van de Zuiderzee voer, zag onstuimig water, weidse velden en af en toe een vissersdorp of boerderij. Tegenwoordig is het er een drukte van belang, met bebouwing, industrie, windmolens en pleziervaart. Geen ander Nederlands landschap veranderde zó drastisch als het IJsselmeergebied” – Wereldzee in de polder – Ronald Nijboer

Lees ook: Aanleggen op Urk

Lichtbaak Rotterdamse Hoek De Canicula
Op de lichtbaak staat ‘de lentelucht werd vuur, het middaguur werd nacht, het stadspuin temt de zee, dag oude stad rust zacht’.
Bakstenen baken

De dijken, die zorgen dat de bewoners van de Noordoostpolder droge voeten houden, lijken aangelegd langs een meetlat met stompe hoeken. Ongeveer halverwege Lemmer buigt de Westermeerdijk 45 graden in noordoostelijke richting en heet-ie Noordermeerdijk. Precies op dat punt ontwaren we een klein gebouwtje. Het blijkt een voormalig baken voor de scheepvaart en bij het zien van het bakstenen torentje gaat ook bij mij het licht op en roep ik tegen Pieter: “dit is de Rotterdamse Hoek!”. De schipper vergelijkt mijn hoofd wel eens met een ladenkast, waar precies op het juiste moment het goede laatje openspringt. Overigens is dat niet altijd zo, maar in dit geval wel. Want ik heb ooit een verhaal gelezen over de oorsprong van deze bijzondere naam.

Fortuna van Urk

Dat verhaal begint bij de vondst van een stenen vrouwenhoofd op een braakliggend terrein in de buurt van Urk, ergens in de jaren vijftig. De Noordoostpolder bestaat dan nog maar een paar jaar en er wordt van alles gevonden op de drooggepompte zeebodem; vooral scheepswrakken, maar ook resten van verdronken nederzettingen, bakstenen, botten en aardewerk. Maar de kalkstenen kop wijkt af van de andere vondsten, want ze wordt herkend als Romeins, sterker nog als het hoofd van de Romeinse godin Fortuna. Zouden die Romeinen dan toch de Rijn zijn overgestoken? Helemaal tot Urk? Helaas kan de kop geen antwoord geven op deze prangende vragen en zo staat ze als de Fortuna van Urk jarenlang te pronken op een sokkel op het voormalige Zuiderzee-eiland Schokland. Totdat ze wordt ontmaskerd.

De Stedenmaagd van Rotterdam De Canicula
De Stedenmaagd van Rotterdam. Foto: Screenshot video Omroep Flevoland
Gebombardeerde binnenstad

Want een oplettende archeoloog ontdekt dat Fortuna qua steensoort helemaal niet Romeins kan zijn. En dan meldt zich ook nog een man, die begin jaren veertig zijn speelterrein heeft in de haven van Urk. In die haven meren de schepen af met bouwmateriaal voor de aanleg van de dijken rond de polder. En in die vroege jaren veertig nemen ze ook de restanten van de platgebombardeerde binnenstad van Rotterdam mee, die nog gebruikt kunnen worden voor wegverharding, of dijkverzwaring. De man, uiteraard op dat moment nog een jongen, vindt de kop tussen de puinresten in de haven en wil haar meenemen naar huis, maar het ding is amper te tillen en hij laat het halverwege vallen in een akker, waar ze jaren later wordt gevonden.

   
Stedenmaagd

Fortuna is dus helemaal geen godin en komt niet uit het Romeinse Rijk, maar ‘gewoon’ uit Rotterdam. Ze heeft een zogenaamde muurkroon op haar hoofd en omdat dit in vroeger tijden hét symbool is voor stedelijke macht, wordt geconcludeerd dat ze als Rotterdamse stedenmaagd de gevel van het oude stadhuis aan de Kaasmarkt moet hebben gesierd.

Stadhuis Kaasmarkt Rotterdam De Canicula
Het oude stadhuis van Rotterdam aan de Kaasmarkt. Schilderij van Franciscus Lodewijk van Gulik
Rotterdamse Hoek

De sprong van het hoofd van de stedenmaagd naar de dijken van de Noordoostpolder is snel gemaakt. Overigens zijn die al wat eerder klaar. Maar omdat het leegpompen van de polder veel langer duurt dan was gepland, moet op sommige plekken ook de binnenkant van de dijken worden versterkt. Dat gebeurt onder meer bij de stompe hoek, waar de Westermeerdijk overgaat in de Noordermeerdijk. En het verhaal wil dat de polderwerkers die het puin verwerken daarom de oorspronkelijke naam Friesche Vuur vervangen door een naam die ze passender vinden, namelijk ‘Rotterdamse Hoek’.

Rotterdamse Hoek kaart De Canicula
Aangelegd langs een meetlat met stompe hoeken…
Miljoenen kubieke meters puin

Na het bombardement op de binnenstad zitten de Rotterdammers met maar liefst vijf miljoen kubieke meter puin. Het wordt niet alleen gebruikt voor het dempen van singels in de stad zelf, maar de brokstukken gaan heel Nederland door. In Leeuwarden bijvoorbeeld, wordt er het vliegveld mee aangelegd. In Dordrecht, Hoek van Holland en bij Overschie worden er hele flatwijken op gebouwd. De Harreweg tussen Delft en Schiedam wordt met het puin aangelegd en het wordt gebruikt als verharding van een bosweg in Steenwijk. En dus als versterking van het dijkvak onder het lichtbaken op de Rotterdamse Hoek. Maar Urk krijgt niks.

Verstopt achter een bos

Want hoewel het Rotterdamse puin binnenkomt in hun haven, gaat het Urk net zo hard weer uit. De Urkers moeten vooral geen voordeel hebben van hun nieuwe achterland is de heersende gedachte; sterker nog, ze worden er angstvallig geweerd. Dat heeft alles te maken met de modelsamenleving die de polder moet worden. Er is alleen plaats voor streng geselecteerde bewoners en de eilandbewoners passen niet in dat plaatje, hebben wetenschappers vastgesteld. De keileembult Urk wordt aan de noordkant verstopt achter een bos en er komen zelfs geen wegen naar het nieuwe land; alleen over een slecht begaanbaar fietspad kun je de dijk naar Kampen bereiken.

Lees ook: Geen plek voor Urk in de polder

De winter van 1946/47

En dan breekt de strenge winter van 1946/1947 aan. De burgemeester van Urk luidt in de Leeuwarder Courant van februari 1947 de noodklok. Volgens hem dreigt hongersnood: “de winkels van de kruideniers zijn practisch leeg. Alle noodvoorraden havermout, erwten, boonen e.d. zijn thans gebruikt. De bevolking kan slechts nog leven van een hoeveelheid meel, die hopelijk voldoende zal zijn voor twee weken”. Zijn oproep krijgt gehoor; het fietspad wordt eindelijk versterkt en breder gemaakt met Rotterdams puin, zodat Urk bereikbaar wordt voor een hulpkonvooi vrachtwagens met brandstof en levensmiddelen. Urk heeft uiteindelijk acht jaar op een weg moeten wachten.

De aanleg van de dijk bij Urk De Canicula
Dijk bij Urk in Wording: Zuiderzeecollectie/Johan Hendrik van Mastenbroek BY-SA
Bermuda-driehoek

Wij varen nog steeds langs de dijk, een stuk vaarwater dat hier ook wel de Bermuda-driehoek van het IJsselmeer wordt genoemd. Want het water ter hoogte van de Rotterdamse Hoek is berucht vanwege z’n rare zeegang. Vooral bij zuidwestenwind is het oppassen geblazen voor de schepen die tussen Urk en Lemmer varen. De wind blaast het water in een soort trechter, waardoor de waterstromen onvoorspelbaar worden. Gelukkig komen wij ongedeerd aan in Lemmer. Wij varen immers alleen bij windstil weer over het IJsselmeer…

Lees ook: Aanleggen in Lemmer

Schipbreuk Rotterdamse Hoek De Canicula
Dit Duitse schip is lang niet het enige dat in de problemen komt bij de Rotterdamse Hoek
   

Bronnen:

Marieke, Assen juni 2024

Tien redenen om door Belgie te varen

De Canicula Pieter Marieke Citadel Namen

Waarom tien redenen om door België te varen? Veel mensen denken net als wij het eerst aan de lange Belgische kanalen. Aan snelstromend getijdewater en aan heel veel sluizen. En dat voelt niet als een relaxte vaartocht. We twijfelen dan ook. Maar hoe meer we er over nadenken, discussiëren en lezen, hoe meer het land ons aantrekt. Want inderdaad, kanalen met fabrieken op de oevers, getijdewater en heel veel sluizen. Maar ook de heuvels van de Ardennen, rivieren met aansprekende namen als de Rupel, de Schelde, de Samber en de Maas. En kastelen, abdijen, ruïnes, kortom een land dat heel anders is dan ons gebruikelijke vaargebied in Noord-Nederland. De beslissing valt: we gaan met de boot naar België!

In deze video kun je het eerste deel van onze reis bekijken, tussen ’s Hertogenbosch en het Zilvermeer

De Canicula met de boot naar Belgie

Tien redenen om door België te varen

Ook uit reacties van mede-motorbootvaarders blijkt dat lang niet iedereen gecharmeerd is van een vaartocht door het land van onze zuiderburen. Wij zijn heelhuids en super-enthousiast teruggekomen van ons rondje België. Daarom geven we jou hier tien redenen om door België te varen.

‘Ons’ rondje België. De vaarroute vind je hier

De Canicula Rondje Belgie

1. Het Belgische landschap

Het afwisselende landschap van België staat bovenaan ons tien-redenen-om-door-België-te-varen-lijstje. Het land heeft heel veel te bieden, van groene weilanden tot glooiende heuvels en majestueuze rotspartijen. Tijdens onze tocht komen we over brede snelstromende rivieren als de Schelde en de Maas, maar ook over de smalle romantische Samber en Dender. Het landschap is op veel plekken adembenemend mooi, met uitzicht op schilderachtige middeleeuwse kastelen en abdijen, rustige dorpjes en af en toe een fabriekscomplex. Alleen langs de Samber bij Charleroi zie je heel veel industrie, net zoals langs de Maas in de buurt van Luik. 

De Canicula Rondje Belgie Thuin
Hoog boven de Samber torent het belfort van Thuin
Steile kliffen

Het absolute toppunt qua landschappelijk schoon is wat ons betreft de Maas tussen Namen en Dinant. De rotsen in de Maasvallei zijn geliefd bij bergbeklimmers, die je vanaf je boot naar boven kunt zien klauteren. Bovenop de steile kliffen ontwaar je ruïnes, langs het water mooie huizen, trotse kerkjes en een enkel kasteel.

De Canicula De kastelen en ruines langs het water zijn een van de tien redenen om door Belgie te varen
Kasteel de Dave langs de Maas tussen Namen en Dinant

2. De scheepsliften

Een beetje eng vinden we het idee om de scheepsliften te nemen. Maar het blijkt een ervaring om nooit te vergeten! Soepeltjes worden we omhoog en omlaag gehesen en we hebben nauwelijks last van onze – doorgaans best ernstige – hoogtevrees. Waarom werden die scheepsliften eigenlijk gebouwd? Dat kwam vooral door de kolenmijnen en de daaruit voortkomende staalindustrie. Het efficiëntste transportsysteem voor het vervoer van al die goederen was over het water. Maar er moesten heel wat heuvels worden genomen. Belgische ingenieurs keken de kunst af van hun Engelse collega’s en begonnen met het ontwerpen en bouwen van scheepsliften. 

De Canicula De scheepsliften zijn een van de tien redenen om door Belgie te varen
Scheepslift 4 brengt je omhoog naar het Historisch Centrumkanaal bij Thieu
72 meter de lucht in

De bekendste scheepslift van België is de scheepslift van Strépy-Thieu in de provincie Henegouwen. De lift in het Centrumkanaal overbrugt een hoogteverschil van maar liefst 72 meter. Het was lange tijd de grootste scheepslift ter wereld, maar werd in 2016 gepasseerd door de scheepslift in de Chinese Drieklovendam van 113 meter. Vlakbij Strépy-Thieu zijn nog vier historische liften, op het oude tracé van het Centrumkanaal. En in het kanaal Charleroi-Brussel vind je nog het hellend vlak van Ronquières, waarbij schepen in waterbakken over rails omhoog en omlaag glijden.

In deze video kun je zien hoe we ons door de scheepslift van Strépy-Thieu laten ophijsen

Rondje Belgie 72 meter de lucht in YT

3. De Citadel van Namen

In de Maasvallei vind je veel kastelen, ruïnes, forten en vestingen. De allermooiste en indrukwekkendste is wat ons betreft de Citadel van Namen. Het fort ligt op een ultiem strategische plek aan de samenvloeiing van de Maas en de Samber en controleerde niet alleen belangrijke handelsroutes, maar ook toegangswegen tot andere delen van Europa. Al in 937 werd het oorspronkelijke fort gebouwd en het heeft sindsdien talloze belegeringen meegemaakt. De (be)heersers van de citadel hebben bovendien veel invloed gehad op politieke en militaire ontwikkelingen in de Europese geschiedenis. 

Toeristische attractie

Tegenwoordig trekt de Citadel van Namen jaarlijks duizenden toeristen. Het fort biedt niet alleen een spectaculair uitzicht over de stad en het omliggende landschap, maar is ook rijk aan historische bezienswaardigheden zoals het Terra Nova Visitor Centre en het Museum van Genietroepen. Je kunt ervoor kiezen om de 408 traptreden naar boven te klimmen ofwel de comfortabele kabellift te nemen.

De Canicula
De kabelbaan naar de Citadel van Namen gaat over de Samber

4. Varen over getijdewater: ‘een unieke belevenis’

België heeft een uitgebreid netwerk van waterwegen, waaronder ook getijdewater. Dat betekent dat je rekening moet houden met stroming, die sterk kan zijn. Sommige delen van de waterwegen zijn beperkt toegankelijk tijdens bepaalde getijden. Je moet je vaartocht dan afstemmen op de getijdenkalender. Maar hoe mooi is het om het dynamische karakter van de getijden mee te maken, met z’n constant veranderende landschap. Het maakt van elke vaartocht een unieke belevenis. 

De Canicula Het getijdewater is een van de tien redenen om door Belgie te varen
De Rupel met op de linkeroever kasteel Den Bocht
Waterkaarten app

Pieter houdt voor en tijdens elke trip de Waterkaarten App in de gaten, die aangeeft waar je vooral moet opletten. Ook heeft hij het boek Belgische Binnenwateren van Frank Koorneef uit zijn hoofd geleerd. Daarin heeft hij gelezen dat hij op de driesprong Nete, Rupel en Dijle goed de buitenbocht moet aanhouden. Het schip voor ons loopt daar aan de grond.

De Canicula
Het lukt ons niet het schip vlot te trekken, maar al heel snel vaart het weer

5. Sporen van Vincent van Gogh

Als we in de buurt zijn van Bergen komen we onverwachts sporen tegen van Vincent van Gogh. Van Gogh wordt gezien als een van de grootste schilders van de 19e eeuw. Minder bekend is dat hij verschillende baantjes heeft die hem vormen als kunstenaar. Zo is hij op zijn 25e lekenpriester in België. Hij woont dan in Petit Wasmes bij een mijnwerkersfamilie en doet daar pastoraal werk als het bezoeken van zieken en stervenden.

Rauwe emoties

In deze mijnstreek, ook wel bekend als de borinage, ziet Vincent van Gogh met eigen ogen het harde leven van de arbeiders. Hij ervaart de armoede, het lijden en de sociale onrechtvaardigheid waarmee deze mensen dagelijks geconfronteerd worden. In zijn kunstwerken verwerkt hij deze rauwe emoties. 

De Canicula: tien redenen om naar Belgie te varen
Deel van het schilderij ‘Vrouwen dragen zakken met steenkool in de sneeuw’ – Vincent Van Gogh

6. De magnetische aantrekkingskracht op wielrenners

Toegegeven, niet iedereen heeft een racefiets mee op de boot. Maar misschien moet je dat toch maar eens overwegen. Want België blijkt een waar paradijs te zijn voor wielrenners, die we dan ook in groten getale voorbij zien komen. Het is vooral het gevarieerde terrein waar België bekend om staat, van de iconische kasseienstroken tot de steile heuvels van de Ardennen. Dat maakt het land ideaal voor wielrenners die zich willen voorbereiden op zware klassiekers en heuvelachtige etappes.

De Muur van Geraardsbergen

Als we over de Dender varende in Geraardsbergen aankomen moeten we natuurlijk ook de beroemde Muur bekijken. Ik weet helemaal niks van wielrennen, dus waarom het een ‘muur’  heet is me nog steeds een raadsel. Maar indrukwekkend is-ie wel met z’n stijgingspercentage van twintig procent en de horizontale kasseien die aanvoelen als een trap. De Muur van Geraardsbergen wordt vaak opgenomen in de Ronde van Vlaanderen. Ik vind vooral het kapelletje op de top van de berg een juweeltje, maar ik betwijfel of de wielrenners er aandacht voor hebben.

De Canicula
De kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Oudenberg staat bovenaan de Muur van Geraardsbergen

7. De sluizen en hun wachters

Heel veel sluizen komen we tegen tijdens onze tocht door België, van de sluisjes op spitsenformaat in de Dender en het Kanaal Blaton-Aat, tot de goed geoutilleerde sluizen op de Beneden-Samber en de Maas tussen Namen en Maastricht. Elke keer is het weer een heel avontuur waar je kunt vastmaken, hoe ver de bolders uit elkaar liggen en of je er ook bij kunt. Ook de aanpak van de sluiswachters verschilt per sluis. Op twee plaatsen, in de Samber en in de Maas, moeten we anderhalf uur dobberen voordat we mochten schutten. Maar achteraf kunnen we zeggen dat we vrijwel overal goed geholpen zijn. En ondanks het feit dat Marieke niet zo dol is op sluizen, nemen we ze toch mee in ons tien-redenen-om-door-België-te-varen-lijstje

Middenbolder

Sommige sluizen zijn vooral nog ingericht op de binnenvaart en de bolders liggen daar verder uit elkaar dan handig is voor een plezierbootje. Wij zijn gewend om tijdens het schutten voor- en achter vast te maken, maar na verloop van tijd gebruiken we bij het omlaag schutten alleen nog maar de middenbolder. En ga je omhoog, dan kun je ook met één landvast toe als de schipper de motor laat draaien en bijstuurt waar nodig. Veel moderne sluizen hebben inmiddels drijvende bolders.

De Canicula
In het traject tussen Thieu en de Samber is het verval best groot, maar dankzij de drijvende bolders is het schutten een peulenschil

8. Onze gedeelde geschiedenis

We weten niet hoe het met jullie zit, maar eigenlijk weten wij heel weinig van onze zuiderburen. Dat is jammer, want we hebben eeuwenlang onze geschiedenis gedeeld. Overal zie je er sporen van terug. De beroemde Friese vestingbouwer Menno van Coehoorn wordt bijvoorbeeld in 1692 betrokken bij de uitbreiding van de Citadel van Namen. Vader des vaderlands Willem van Oranje heeft kastelen in Antwerpen en in Brussel, maar we komen hem ook tegen in Geraardsbergen, waar hij eigenaar is van het kasteel van Boelare, dat je naast de Dender kunt zien staan.

Kanaal Charleroi-Brussel

Wie we het vaakste tegenkomen onderweg is ‘onze’ koning Willem I, die tussen 1815 en 1830 ook koning van Belgie is. Dankzij hem wordt het Kanaal Charleroi-Brussel gegraven, dat nog steeds een belangrijke schakel is in het Belgische waterwegennetwerk. Hij richt de universiteit van Gent op en ook het imposante Hollandse Fort in Hoei wordt door hem gebouwd. Maar zijn autoritaire regeerstijl keert zich tegen hem. De Belgen pikken het bijvoorbeeld niet dat hij de Nederlandse taal als standaard wil invoeren, ten koste van het Frans. Het leidt uiteindelijk tot de Belgische Revolutie in 1830, waarbij België zich afscheidt van Nederland.

Lees ook: Sporen van een verloren koninkrijk

9. Sluis Ternaaien/Les écluses de Lanaye

Meteen na Luik wordt de Maas onbevaarbaar en nemen we de aftakking naar het Albertkanaal. Op de plek waar dat kanaal verder stroomt richting Antwerpen gaan wij rechtdoor richting Maastricht. Daarvoor moeten we door de sluis van Ternaaien. Het verval in de sluis is met veertien meter het grootste van de hele reis. Dat komt omdat het Albertkanaal een heel stuk hoger ligt dan de Maas.

Want het Albertkanaal is grotendeels aangelegd op het traject van z’n voorloper, het Kanaal Luik-Maastricht. Maar het nieuwe Albertkanaal moest niet naar Maastricht, het moest linksaf de bocht om naar Antwerpen. En daarvoor moest het historische Plateau van Caestert – waarvan de Sint Pietersberg onderdeel uitmaakt – doorgehakt worden. Om dat hakwerk te beperken en het allemaal niet te duur te maken werd het kanaal zo hoog mogelijk aangelegd. En daarom zakken en stijgen wij op dit laatste stukje België die hele veertien meters. Met drijvende bolders, een eitje dus. Dan moet je trouwens wel door de twee nieuwste kolken schutten, de twee oudste zijn niet voorzien van dit moderne gemak.

De Canicula
Het sluizencomplex van Ternaaien. Links gaat het Albertkanaal door het Plateau van Caestert, rechtsboven de Sint Pietersberg. Helemaal links de oudste twee sluizen
Flessenhals van Ternaaien

Die oude sluizen (55 x 7,5 meter voor schepen tot 600 ton) werden gebouwd in de jaren zestig en konden het drukke scheepvaartverkeer tussen Luik en Rotterdam lang niet aan. Ook een derde sluis (136 x 16 meter voor schepen tot 2000 ton) bood geen soelaas. Het sluizencomplex werd dan ook tot voor kort de ‘flessenhals van Ternaaien’ genoemd. Sinds 2015 kan de binnenvaart schutten in een vierde sluis van 225 x 25 meter met een diepgang van 13,68 meter voor schepen van 9000 ton.

10. Maastricht

Maastricht ligt op een kanonschot afstand van de Belgische grens en de kans is groot dat je tijdens een rondje België Maastricht passeert. En deze Bourgondische stad ademt vleugenvol zuidelijke levenslust. Daarom nemen we Maastricht mee in deze tien redenen om door België te varen. En als we nog een keer terugkomen gaan we beslist naar Gent en Brugge. Dan zullen we ook deze steden toevoegen aan in de lijst!

Lees ook: Aanleggen in Maastricht

De Canicula Maastricht is een van de tien redenen om door Belgie te varen
Maastricht met z’n historische Sint-Servaasbrug
Vuile vaart

Zoals op zoveel historische plekken is hier in de grensstreek door de eeuwen heen ook flink aan het water gesleuteld. Want waar we nu over Albertkanaal, Kanaal van Ternaaien en een klein stukje Maas naar Maastricht varen, heette dit traject vroeger het Kanaal Luik-Maastricht. Het kanaal bestond van 1850 tot 1967 en liep vanaf de plek waar de Maas in Luik onbevaarbaar werd tot aan binnenhaven het Bassin in Maastricht. Daar had het weer aansluiting op de Zuid-Willemsvaart naar ’s Hertogenbosch. Voor het tracé moest een deel van de middeleeuwse binnenstad worden gesloopt. Na de opening van het Albertkanaal dat het kanaal tussen Luik en Antwerpen onderlangs Maastricht leidde, werd de verbinding met het Bassin overbodig en de zogenoemde ‘vuile vaart’ gedempt.  Op het tracé ligt nu de Maasboulevard.

De Canicula Maastricht Kanaal Luik-Maastricht
De Vuile Vaart liep grotendeels parallel aan de Maas. Foto: Wikipedia/Rijksdienst Cultureel Erfgoed CC BY-SA 4.0

Rapportcijfer: 9

Ok. Er zijn ook mindere dingen. De industriele sites langs een deel van de Samber en de Maas maken de vaartocht wat minder romantisch en inderdaad, er zijn wel heel veel sluizen. Ook is het water in de kanalen op sommige plekken erg vervuild. Maar daar staan al die tien redenen om door België te varen tegenover. Het is aan jou welke kant de weegschaal opslaat!

Ons werd op Facebook gevraagd hoe we het varen in België versus het varen in Nederland beoordelen als rapportcijfer. Ons antwoord: als incidentele vaartocht geven we België een 9. Maar als vaargebied ten opzichte van Nederland een 5. Want je kunt bijvoorbeeld op het Belgische vaarwater niet net zo gemakkelijk als in Nederland een leuk weekeindrondje maken. Maar de voorzieningen in de jachthavens zijn uitstekend, de ervaring met de brug- en sluiswachters was doorgaans prima. We kunnen de trip dus iedereen aanraden. Maar dan moet je geen hekel aan sluizen hebben. En een douche aan boord hoeft niet, maar is wel fijn…

Lees ook: Met de boot naar België

Assen, februari 2024, Pieter en Marieke

We horen graag of we je hebben kunnen overhalen! Of heb je de tocht al lang gemaakt?

Net geen Elf Steden en eindelijk over de Luts: zo was ons vaarjaar

Flitsend gaan we in 2022 van start; al in het laatste weekeinde van maart plonst de Canicula het water in en gaan we op pad na de lange, lange winter. En al hebben we nét geen Elf Steden gehaald, we komen wel eindelijk over de Luts en op nog veel meer plekken. Het wordt een geweldig vaarjaar! We hebben de megamolens van Schiedam gezien, we lagen tussen varend erfgoed en gingen opnieuw met de boot naar het strand! In dit stukje maken we de balans op en kijken we voorzichtig vooruit naar het jaar 2023. Nog maar 3 maanden! We kunnen niet wachten!

Elf Steden en de Luts: zo was ons vaarjaar
Heerlijk liggen in Heeg, al is het wel een van de duurdere watersportplaatsen in Friesland…
Ambitieuze vaarplannen

De plannen voor 2022 zijn nogal ambitieus, want we nemen ons voor onze eigen alternatieve elfstedentocht te varen. We willen dat doen door in voor- en naseizoen alle elf steden van Friesland te bezoeken en wat verder te kijken dan alleen de bekende toeristische hoogtepunten. Niet in één keer achter elkaar, want dat lukt ons niet met de beschikbare vakantiedagen, maar stad voor stad in de weekenden en in onze vakantieweek tussen Hemelvaart en Pinksteren. En dan in elke stad een alternatief elfstedenkruisje scoren!



In deze video kun je zien hoe we ons voorbereiden op het nieuwe vaarseizoen en waarheen onze eerste vaartocht voert

Zelfbouwschip

Workum is de eerste Elfstedenstad die we aandoen. Een gezellige plaats aan de rand van het IJsselmeer in Zuidwest Friesland, waar we vaker aanleggen. Beroemd is het Jopie Huisman Museum waar we al eerder zijn geweest. Dit keer gaan we op zoek naar iets anders waar Workum trots op is. Daarvoor bezoeken we de laatste nog in bedrijf zijnde pottenbakkerij van het bekende Workummer aardewerk. Als trofee scoren we een tegel met een afbeelding van de beeldbepalende toren van de St. Gertrudiskerk. En we lopen als bonus Chris en Ietje tegen het lijf, met hun opvallend mooie schip dat ze zelf hebben gebouwd!

In deze video legt Chris uit welke stappen hij heeft gezet om de Boca te bouwen

Best bewaarde geheim

IJlst bezoeken we via een omweg. Want zes jaar geleden, toen we de Canicula nog maar net hadden, durfden we een tocht over de Luts niet aan. Het riviertje van zo’n vijf kilometer dwars door de bossen van Gaasterland, heeft namelijk wel heul erg lage bruggen. Zo van: kan-ie-net-wel of kan-ie-net-niet. Maar al die tijd blijft het smalle watertje tussen Balk en de Fluessen hoog op ons verlanglijstje staan. En in het vroege voorjaar giet it oan: eindelijk over de Luts!

We hebben niet het geluk om IJsvogels te spotten, maar we komen wel in de serene stilte van de Wyldemerck terecht, een plek die wat ons betreft het best bewaarde geheim van Friesland is. Via Heeg varen we naar IJlst, waar we een leuke ontmoeting hebben met Flip van Doorn, de schrijver van het fantastische boek De Friezen. Aanrader!



In deze video varen we eindelijk over de Luts en via Heeg naar IJlst waar we behalve Flip ook twee ‘jeugdvrienden’ vinden

Bijzonder biertje!

Op weg naar Franeker willen we Bolsward beter bekijken. Maar net als eerder in het vaarseizoen komen we er aan op een feestdag en is vrijwel alles gesloten. De volgende dag varen we verder naar Franeker met een tussenstop in Wommels voor een bezoek aan het oude kaaspakhuis. Eenmaal in de Ster van de Friese Elf Steden komen we in een wel heel bijzondere file terecht. Want net als wij er zijn doen de prachtige klassiekers van de Elfsteden Oldtimer Rally Franeker aan. We kunnen geen genoeg krijgen van de glimmende auto’s en motoren.

Lees ook: Aanleggen in Franeker

We gaan ook nog even kijken bij het beroemdste kaatsveld van de wereld, het Sjûkelân. Helaas wordt er op dat moment niet gekaatst, maar we zien naast het gladgeschoren veld wél de slanke torens, die niets te maken hebben met het spelletje Zwerkbal van tovenaarsleerling Harry Potter zoals ik denk, maar alles met een verdwenen kasteel. En als we op zoek zijn naar ons alternatieve elfstedentochtkruisje komen we terecht in een delicatessenwinkel waar ze bijzondere biertjes verkopen met een prachtig verhaal!

Of het er echt 99 zijn hebben we niet geteld, maar dit leuke maar winderige watertje heet echt zo!

Listig bierschip

Workum, IJlst, Franeker, dat zijn bij lange na geen elf steden zullen jullie nu ongetwijfeld denken. Dat is zo. Maar wat jullie nog niet weten is dat we wel degelijk meer elfstedenstadjes hebben bezocht. Want we zijn ook nog in Harlingen en Leeuwarden geweest. En in Sloten natuurlijk, want dat is onze thuishaven. We hebben daar zelfs de Slag om Sloten over de list met het bierschip gefilmd. Door tijdgebrek lukt het ons jammer genoeg niet om ook deze films meteen in elkaar te zetten. Want het is inmiddels juli en dan breekt onze vier-weken-lange vakantie aan. We gaan naar Zeeland! Maar of we er aankomen?

Elf Steden en de Luts: zo was ons vaarjaar
De Slag om Sloten wordt elke drie jaar nagespeeld
Uniek voormalig eiland

In de zomervakantie staat, inderdaad, Zeeland op het programma. Maar het loopt allemaal een beetje anders. Want als we Lemmer uitvaren met Urk als eerste geplande tussenstop, vinden we de golfslag veel te heftig. Dan toch maar door de polder. Urk halen we die dag niet meer. In plaats daarvan overnachten we in Emmeloord, een plek waarvan we nooit hadden gedacht er een keertje aan te leggen, maar die toch echt wel wat bijzonders heeft, zo midden in de polder. De volgende dag redden we Urk met gemak en leggen we aan in de gemeentehaven.

Lees ook: Aanleggen op Urk

We blijven er een dagje en proeven van de unieke sfeer, eigenzinnigheid en levendigheid van het voormalige eiland. Een tweede poging naar het zuiden over het IJsselmeer wordt opnieuw door te heftige golfslag gedwarsboomd en dus gaan we wéér de polder in. Via Emmeloord, Marknesse, het Zwarte Meer, de Goot en het Ganzendiep met z’n druppelsluis belanden we ’s avonds in Kampen aan de IJssel. Superleuk dat de sluiswachter ons herkent van de filmpjes!

Dit filmpje met ons geklungel voor de poldersluizen wordt trouwens de op-een-na best bekeken video van het seizoen. En daar zijn we best trots op!

Prachtig schouwspel

Vanuit Kampen varen we stroomopwaarts de IJssel op. Zo aan het einde van de rivier valt het heel erg mee met de tegenstroom. Bovendien duiken we al snel het Reevediep in om die dag via de Randmeren naar Bunschoten-Spakenburg te reizen. Daar krijgen we een bijzondere ligplaats met ’s avonds een prachtig schouwspel, als alle botters achter elkaar aan de haven uitvaren. De dag erna varen we verder via Amsterdam naar de Haarlemse Jachtclub, vlak buiten Spaarndam. Daarna is het maar een klein stukje naar Haarlem, een plaats die echt heel leuk is om te bekijken. De rondvaart vinden we wat minder interessant, maar het Teylers Museum is één van de hoogtepunten van ons bezoek.

Door het nieuwe Reevediep en via Bunschoten-Spakenburg varen we langs Amsterdam naar Haarlem aan het Spaarne

Gras onder de voeten

Vanuit Haarlem trekken we verder naar het zuiden. Bestemming voor deze dag is Kevereiland in de Kagerplassen. Een recreatie-eiland zonder stroom of sanitaire voorzieningen. Maar wél met gras onder onze voeten, waar wij, zoals jullie inmiddels weten, erg van houden. Een heerlijke plek om een paar dagen te verblijven. Lekker onder de parasol tijdens de superwarme dagen. Alhoewel, onder de parasol? Pieter dan. Want Marieke wil dolgraag verder met een video, maar onze zonnepanelen hebben onvoldoende capaciteit voor het stroomvretende montageprogramma. Gelukkig bieden beheerders Edwin en Gilia uitkomst, want Marieke mag hun stroom gebruiken en ook nog eens in de Formule 1-kijk-tent bivakkeren om te editen.

Als we verder trekken doen we Warmond aan, voor de boodschappen maar ook voor een wandeling naar Huys te Warmont, ooit bewoond door de hoge heren van Warmond, nu in particuliere handen, maar met een leuke tuin, waar je mooi om de vijver heen kunt lummelen.

Pieter weigert deze zomer de dieselprijs te onthouden…

Hoogste windmolens ter wereld

Er zijn maar twee plaatsen waar je met de boot vanuit het binnenland kunt afmeren bij de kust. De ene is de Hargervaart bij Groet en die hebben we vorig jaar aangedaan. Dit jaar gaan we naar de andere: Katwijk aan Zee. Het vooruitzicht om weer op het strand te lopen stemt ons blij en gelukkig! We leren in de Vuurbaak dat veel van het historisch verleden van de vissersplaats is verdwenen. Maar de zilte zeelucht is gelukkig gebleven. Volop oude luister treffen we wel aan in onze volgende aanlegplaats Schiedam, de jeneverstad met de hoogste traditionele windmolens ter wereld.

Hoogtevrees krijgen we niet in de Vuurbaak van Katwijk, maar wel van die hoogste windmolens van de hele wereld. En Schiedam blijkt ook een enorme kolonie halsbandparkieten te hebben…

Naar Brielle

En we reizen nog verder. Naar Brielle, Dordrecht en de Hollandse IJssel, waar Marieke in Oudewater bewijst dat ze géén heks is. Via het Amsterdam-Rijnkanaal gaan we terug over de Utrechtse Vecht, waarbij we zelfs even door de beruchte Mijndense Sluis de Loosdrechtse Plassen op varen. Die video’s zijn nog in de maak. Net zoals de video van de vaartocht naar Harlingen en Leeuwarden komen ze binnenkort op ons YouTubekanaal De Canicula.

En 2023?

Terwijl dus nog steeds hard gewerkt wordt aan de filmpjes van 2022, kijken wij alweer vooruit naar het nieuwe seizoen. De ambities zijn opnieuw hoog. We hebben nog een aantal van de elfsteden te bezoeken en stiekem denken we opnieuw aan Zeeland en misschien zelfs aan België? Het handboek van Frank Korneef hebben we inmiddels al aangeschaft en het ziet er geweldig inspirerend uit! Gaat het lukken? Jullie gaan het zien!

Elf Steden en de Luts: zo was ons vaarjaar
Gaan we naar Belgie?
Bedankt!

Ook dit jaar hebben we weer lieve, leuke en fantastische mensen ontmoet. Van over de hele wereld hebben jullie ons geweldig gesteund met vaartips, fijne reacties en soms zelfs met een financiële bijdrage. We zijn daar heel blij mee en het motiveert ons om door te gaan met het maken van de video’s en het uitbreiden en up-to-date houden van de website. Dank daarvoor! En ook dank aan de mensen van VVV Waterland van Friesland die ons vroegen om een video te maken over doorvaren na het zomerseizoen. Een film van bijna een half uur, die onze laptop op een haar na liet crashen, maar die binnen no-time met duizenden views wel een echt toppertje werd. 

Iedereen een geweldig nieuw vaarjaar gewenst! Tot ziens op het water!

Assen, 31 december

Pieter en Marieke -> Abonneren op ons YouTubekanaal kan hier!

Doorvaren na het zomerseizoen

Doorvaren na de zomer

Varen in november, december of zelfs in januari. Werken dan de bruggen wel? En waar kun je leuk overnachten en lekker eten? VVV Waterland van Friesland wil het doorvaren na het zomerseizoen promoten. Op de website van de VVV is dan ook veel informatie te vinden onder het thema ‘doorvaren’. Maar wat heeft dat met ons te maken? Dat zit zo:

Varen buiten het zomerseizoen

VVV Waterland van Friesland heeft ons als fervent watersporters gevraagd of we willen ervaren hoe het is om te doorvaren na het zomerseizoen. En dat doen we natuurlijk graag! We krijgen een compleet reisprogramma voorgeschoteld met een huurboot, evenementen onderweg, restaurants en, niet onbelangrijk, jachthavens waar we comfortabel kunnen overnachten. Waterland van Friesland en diverse ondernemers sponseren de tocht. Mooi voor ons. Maar we willen wél graag onafhankelijk verslag kunnen doen. Gelukkig krijgen we volledige redactionele vrijheid. We zijn nieuwsgierig en hebben er zin in! Lees hieronder ons verslag. Natuurlijk hebben we er ook een video van gemaakt. En hoe het zit met de bruggen? Lees verder!

In deze video kun je bekijken hoe het gaat met de bruggen buiten het zomerseizoen

Vertrek uit Sneek

Op een vrijdagochtend in november staan we om 10.00 uur op de stoep bij Aquanaut Yachtcharter in Sneek, waar we een huurschip meekrijgen voor het weekend. Het is de Centaurus, een 11.15 meter lange Drifter 350 OC, met ruimte voor twee tot vier personen. Heel geschikt voor doorvaren na het zomerseizoen want de boot heeft dubbele beglazing en een uitstekende kachel. Nadat we onze spullen aan boord hebben gebracht, krijgen we de vaarinstructie. Voor ons de korte variant, maar als je wat minder ervaren bent helpen de mensen van Aquanaut je met alles op weg.

doorvaren na het zomerseizoen
De Centaurus op weg naar Osingahuizen
Brugbediening vaarwegtelefoon

Bijna alle bruggen waar je als watersporter mee te maken hebt bij het doorvaren na het zomerseizoen worden in de periode van 1 november tot en met 31 maart alleen op afroep bediend. Dat kan op doordeweekse dagen door de vaarwegtelefoon van de provincie Fryslân minimaal 2 uur voor de gewenste brugbediening te bellen (058 292 58 88). Een dag van tevoren bellen mag ook.

Maandag t/m vrijdag is de vaarwegtelefoon bereikbaar tussen 08.30 en 16.00 uur. Wil je dat ook op zaterdag bruggen voor je geopend worden, dan moet je dat voor vrijdag 16.00 uur doorgeven. Op zondag worden veel bruggen niet bediend. Welke wel en welke niet kun je hier vinden. 

Bij het doorgeven van de gewenste openingen moet je ook een tijdstip aangeven omdat er maar een paar brugwachters zijn, die speciaal voor jou naar de bruggen rijden. Dat betekent dat je goed moet plannen. 

doorvaren na het zomerseizoen
De Woudvaartbrug in Sneek is de eerste die dit weekeinde voor ons geopend wordt
Geïrriteerde brugwachter

Meteen na de vaarinstructie vertrekken we vanuit de jachthaven richting de Stadsgracht. Bij de eerste brug van de dag, de Woudvaartbrug, staat de brugwachter al op ons te wachten. Hij is wat geïrriteerd. Het blijkt dat hij dacht dat we om elf uur zouden arriveren, terwijl wij er heilig van overtuigd zijn de dag ervoor met de mevrouw van de vaarwegtelefoon kwart over elf te hebben afgesproken. De brugwachter geeft aan dat hij met z’n collega’s moet racen om alle brugbedieningen op tijd te kunnen doen. Gelukkig opent hij de brug wel voor ons. En kort daarna ook de Lemmerbrug aan de voet van de Waterpoort. Wel worden we gemaand vlot door te varen.

Weinig motorgeluid

We varen voorbij de Waterpoort richting IJlst. De Centaurus vaart prima. Lekker weinig motorgeluid, stabiel in het water. Maar we missen wel het directe contact met buiten, zoals we dat op onze Canicula beleven. Die heeft een stoffen kap en ligt wat lager in het water. En op de plek waar op onze boot een stoel staat voor de bijvaarder, heeft deze Centaurus een keuken. Maar elk nadeel heeft zijn voordeel, het is toch te koud om het water te voelen spetteren, het is heerlijk warm binnen en de bijvaarder – lees Marieke – kan fijn in de keuken de hapjes verzorgen.

Aanleggen bij jachthaven De Rakken in Woudsend
Wachten…

We komen mooi op tijd aan bij de Geeuwbrug in IJlst en kijken reikhalzend uit of we al een brugwachter zien. Maar de lichten staan op dubbel rood en we zien van alles, maar geen brugwachter. We wachten vijf minuten, tien minuten, een kwartier. Na twintig minuten bellen we maar met de vaarwegtelefoon en krijgen weer een vriendelijke mevrouw aan de telefoon. Ze probeert meteen de brugwachter te bereiken maar krijgt geen contact. Volgens haar gaat het toch echt goedkomen en met die belofte beëindigen we ons gesprek. Uiteindelijk verschijnen er na drie kwartier niet één, maar zelfs twee brugwachters. De laatste brug die we moeten passeren, in Osingahuizen, beloven ze ook te komen bedienen. Ze rijden eerst nog even naar Woudsend voor een brugbediening daar. Zo hebben wij onderweg nog even de tijd om te dronen.

doorvaren na het zomerseizoen
Wachten voor de brug in IJlst
Blij verrast

Op het moment dat wij de brug van Osingahuizen naderen gaat-ie al omhoog. De brugwachters reageren blij verrast als ze van ons horen dat het laatste brug van onze dag is. Na Osingahuizen gaan we stuurboord uit de Jeltesloot in en komen al snel op het Heegermeer.

Marboei

In heel Friesland liggen geel-blauwe boeien die zijn gekroond met een ring. Aan die ring kun je je boot vastmaken voor een rustig nachtje midden op het water. Ook in het Heegermeer liggen er een paar. Wij bekijken onderweg Marboei 63. Dit is één van de boeien waaraan een gedicht gekoppeld is en wordt daarom een poëtische ankerplaats genoemd. Bij MB 63 hoort een gedicht van Ellen Deckwitz, op deze website kun je ‘m en alle andere gedichten lezen. Op de site staan trouwens ook prachtige foto’s van de Friese meren!

doorvaren na het zomerseizoen
De poëtische ankerplaats op het Heegermeer
Rakkenpolle

Op een steenworp afstand van de poëtische aanlegplaats en vlak voor de kust van Heeg ligt het eilandje Rakkenpolle waar je ook prima kunt overnachten. Wij leggen er even aan om met de drone opnames van de omgeving te maken. Na deze pauze varen we door naar Woudsend. We leggen aan bij jachthaven de Rakken die grenst aan de dorpskern van Woudsend. De jachthaven heeft veel voorzieningen – zelfs huurauto’s! – die ook buiten het vaarseizoen beschikbaar zijn. Langs de Woudsenderrakken hebben we mooi zicht op alles wat door de vaart komt. Dat is natuurlijk wel wat minder dan we gewend zijn, want niet iedereen heeft het doorvaren na het zomerseizoen al ontdekt, maar we zien toch een enkel bootje voorbij varen.

doorvaren na het zomerseizoen
Plenty aanlegplaatsen op het eilandje Rakkenpole bij Heeg. Dat is in de zomer wel anders…
Elf stegen

Met z’n ligging langs de Ee, de Woudsenderrakken en de Wellesloot is Woudsend een echt waterdorp, dat wordt doorsneden door smalle stegen. Een paar van die doorgangen waren ooit bevaarbaar, maar dat is al heel lang geleden. We gaan op pad met gidsen Catharina en Tonnie, die ons de mooiste plekken van de Elfstegentocht laten zien. Met veel enthousiasme vertellen ze de leukste verhalen, waarvan er ééntje nogal stinkt.

Met gids Catharina op pad in Woudsend
Tulpenmest

Dat is het verhaal van de tonnetjes, uit de tijd dat er nog geen riool was aangelegd. Die tonnetjes werden elke week geleegd aan de overkant van de Ee, tegenwoordig een stukje gras waar je leuk kunt aanleggen, maar vroeger dus een stinkende vuilstort. Met de komst van het riool werd de stort opgeruimd en de inhoud naar Noord-Holland gebracht. Daar werden de uitwerpselen als meststof gebruikt voor de tulpenteelt. De inwoners van Woudsend claimen dan ook dat de tulpen daar zo mooi groeien dankzij hun mest.

Op de website van de Elfstegentocht zijn nog veel meer verhalen te vinden. Maar je kunt nog beter zelf op stap gaan in dit mooie dorp.

Sjouke en Maya van restaurant Vis en Meer in Woudsend hebben een passie voor vis
Een passie voor vis

Eten doen we ’s avonds bij restaurant Vis en Meer. Eigenaren Sjouke en Maya hebben een passie voor vis, maar draaien hun hand ook niet om voor een vleesgerecht. Door de vriendelijke bediening en een paar heerlijke visgerechten worden we echt in de watten gelegd. Het is dan ook niet zomaar een restaurant, want Vis en Meer is al in 2014 opgenomen in de gids Lekker500 en in 2018 ook toegetreden tot Fryslân Culinair. Wij komen geregeld in Woudsend, maar hadden dit restaurant niet eerder zelf ontdekt. Beetje dom en ons zien ze beslist terug. Na het eten lopen we naar de Centaurus en genieten we nog even na van de dag. Tot dusverre bevalt dat doorvaren na het zomerseizoen ons prima. Dus morgen DOORVAREN maar.

Lees hier meer over aanleggen in Woudsend

Alsof er een engeltje op je tong…
Ontbijt

We worden ’s morgens wakker met regen, maar tegen de tijd dat we verse broodjes kunnen halen bij de bakker is het gelukkig weer droog. Het is niet ver lopen naar Bakkerij Visser, want de zaak zit zo’n beetje om de hoek van de jachthaven, waar de straat Op’e Romte heet. Heerlijk zo’n verse bakker in het dorp. Wij doen ons tegoed aan een smakelijk koffiebroodje en een speciaal voor ons warm gemaakt ham-kaas broodje.

Ontbijtje halen bij bakkerij Visser in Woudsend
Brugwachter paraat

We halen de walstroom binnen en gaan met een goed gevulde maag weer op stap. We arriveren om klokslag 10.00 uur, de afgesproken tijd, bij de Hellingbrêge in Woudsend, waar de brugwachter al paraat staat. Na deze vlotte doorvaart gaan we richting het Slotermeer. Na drie kwartier bereiken we zoals gepland, de Nieuwe Langebrug in Elfstedenstadje Sloten. Ook daar gaat de doorvaart gesmeerd. We leggen aan bij de Lemsterpoort, restant van de vroegere verdedigingswerken. De deuren van de waterpoort gingen ’s avonds op slot, maar tegenwoordig kun je er naar hartelust doorheen varen. Wel met een boot van max ongeveer een meter hoog, in verband met de brug aan de noordkant.

Tanja Kombrink is vrijwillig molenaar bij de Kaai
Draaiende molen

Pal naast de waterpoort, boven op een bastion van de stadswal, staat korenmolen de Kaai uit 1755 te draaien. Deze zaterdagochtend is de molen open voor bezoek en daar maken we graag gebruik van. Molenaar Tanja Kombrink geeft ons een rondleiding en vertelt mooie verhalen over de molen en wat er allemaal bij komt kijken om het graan te malen. Thuisbakkers kunnen er terecht voor diverse soorten meel en bloem. De molen van Sloten is vaak op zaterdag open. Als de molen gesloten is, wordt dat aangegeven op de Facebook-pagina van molen De Kaai.

   
Vriendelijk vestingstadje

Na het molenbezoek wandelen we door het vriendelijke vestingstadje. Het is dan wel de kleinste van de Friese Elfsteden, maar vroeger zeker niet de onbelangrijkste, want je moest er doorheen varen op weg van en naar de Zuiderzee. Sloten wordt daarom ook wel sleutelstad genoemd.

Lees hier meer over aanleggen in Sloten

doorvaren na het zomerseizoen
De Centaurus achter de Lemsterpoort in Sloten
Snelweg van de binnenvaart

Na de lunch vertrekken we uit Sloten en gaan op pad richting Joure. We varen een klein stukje naar het zuiden over De Ie, daarna bakboord uit door de Wâldsleat, over het Brandemar en dan de Hjerringsleat in, die eindigt in de Grutte Brekken. Dwars door dit meer loopt het Prinses Margrietkanaal, de snelweg voor de binnenvaart tussen Lemmer en het Groningse Delfzijl. We wachten totdat de binnenvaartschepen voorbij zijn en steken dan over de Follegeasleat in. De Follegabrug aan het eind van die sloot kunnen we openen met de Watersport app.

Brugbediening watersport app

Sinds 2022 kunnen we bij het doorvaren na het zomerseizoen een aantal bruggen laten bedienen met de zogenaamde Watersport app. Naast de brugbediening biedt de app ook actuele informatie over vaarwegen, snelvaargebieden, trailerhellingen, actuele scheepvaartinformatie en nog veel meer. Nieuw is de navigatiefunctie en melding bij het passeren van grote vrachtschepen. Daarnaast geeft de app advies voor het varen over drukke vaarwegknooppunten. De app is nog in ontwikkeling. Mocht je informatie missen of andere opmerkingen hebben dan kun je daarvan melding in de app maken.

Dit zijn de bruggen die met deze app bediend worden, het is de bedoeling dat er komende jaren nog meer volgen. Van Harinxmakanaal: 1. Kiesterzijl 2. Frisiabrêge Franeker 3. Stationsbrug Franeker 4. Brug Dronryp 5. Brug Ritsumasyl.  Staandemastroute Leeuwarden – Grou: 6. Palma brêge Wergea 7. Tútsebrêge Wergea. 8.Gallebrêge Grou.  9. Rogsloot Warten 10. Zandsloot Terhorne 11. Brug Noorder Oudeweg bij Joure 12. Janesloot bij Langweer 13. Scharsterbrug 14. Sudergoabrêge Workum 15. Panhuysbrug Tjerkwerd 16. Warrebrug bij Tijnje. 17. Slauerhoffbrug Leeuwarden en 18. Brug Follega.

doorvaren na het zomerseizoen
Wacht totdat je binnen het gearceerde deel bent met het aanvragen van een brugopening
Even schrikken

Het is even schrikken als de app aangeeft dat er een technische storing is. Probeer het later nog eens, staat in het scherm. Later? Hoezo later? We zijn er nu! Maar precies op het moment dat we elkaar aankijken en proberen te bedenken wat we moeten doen, horen we het belgerinkel van de slagbomen die naar beneden gaan. Hij doet het!

Na de brug varen we het Tjeukemeer op, gaan onder de A-6 door en gaan dan bakboord uit naar het noorden, de Scharsterrijn in. Nadat we opnieuw onder de A-6 zijn doorgevaren, komen we uit bij Scharsterbrug. Ook hier kunnen we de Watersport app gebruiken voor de brugbediening, maar het gaat weer anders dan we verwachten, want de brug gaat al open nog voordat Pieter maar naar z’n mobiel kan kijken.

doorvaren na het zomerseizoen
De Scharsterbrug gaat zelfs zonder app al open
Joustersluis

De Scharsterrijn komt uit op de Langweerder Wielen, waar we stuurboord uit gaan. Meteen na de A-7 en de brug in de Noorder Oudeweg gaan we weer stuurboord uit, door de meestal openstaande Joustersluis. Aan het eind van de Jouster Zijlroede meren we af in de passantenhaven. Daar zijn in de winterperiode geen voorzieningen als sanitair en walstroom, maar met volle accu’s en een kachel die op diesel werkt, hebben we licht en zitten we er warmpjes bij.

Ook in Joure kun je lekker eten. Wij dineren in Grand-Café Het Tolhuis, dat in een prachtig karakteristiek pand zit, op een historische plek. Want de naam zegt het al, vroeger moest je er tol betalen om verder te mogen. Tegenwoordig hoeft dat natuurlijk niet meer maar kun je er kiezen uit allerlei gerechten gemaakt van dagverse streekproducten. We eten er goed van, want morgen staat ons weer een drukke dag te wachten. We gaan op stap met Max!

Het Tolhuis in vroeger tijden. Foto: Fries Fotoarchief
Kuieren met Max

Na het ontbijt en nog een kopje koffie, gaan we Joure in met Gildemeester Max Buis. Max is geboren en getogen naast de Tolhuisbrug en weet werkelijk alles over de plaats, die én geen dorp én geen stad is, maar een zogenoemde vlecke: een dorp met een stedelijk karakter. De rondwandeling van zo’n anderhalf uur heeft de aantrekkelijke naam Jouster Kuierke, waarbij je langs alle bezienswaardigheden komt: de gebouwen van koffiebrander Douwe Egberts, de Heremastate, de oude metaalwarenfabriek Keverling en niet te vergeten de toren, door de Jousters liefkozend de Jouster Toer genoemd.

Kuieren naar de Jouster Toer
Historische rechtbank

Op de eerste verdieping van de Toer bewonderen we de historische gerechtskamer. De uitkomst van zo’n rechtszaak werd aan het volk verkondigd door één van de drie luiken te openen, de ene voor vrijspraak, de tweede in geval van een straf en de derde als er een doodsvonnis was uitgesproken. Tja, andere tijden.

Lees hier meer over aanleggen in Joure

Max vertelt waarvoor Pietje is veroordeeld
Koffie, klokken en koper

We gaan ook nog even naar Museum Joure. Een complex van tien oude fabriekjes in monumentale gebouwen: een Friese Klokkenmakerij, een koperfabriek en de eerst fabriek van Douwe Egberts. We zijn vaker in Joure geweest, maar kwamen dan niet verder dan het park bij de Heremastate, de supermarkt en de restaurants. We zijn daarom aangenaam verrast door alle verhalen die we krijgen voorgeschoteld. Er is veel meer te zien dan we dachten. Aan het eind van de middag nemen we afscheid van Max en van Joure en gaan met de boot terug richting Sneek.

Recreatieschap Marrekrite

Marrekrite onderhoudt in Friesland zo’n 34 km (!) aan vrije aanlegplaatsen midden in de natuur verdeeld over ongeveer 300 locaties. Wij maken er vaak gebruik van, want het is meestal heerlijk rustig. Je mag per keer maximaal drie dagen achter elkaar op zo’n plek overnachten. Je wordt wel geacht een Marrekritewimpel te voeren, die je hier kunt kopen. Bij veel van deze aanlegplaatsen zijn vuilcontainers geplaatst. Die worden geleegd door een milieuboot en zo haalt het recreatieschap per seizoen gemiddeld 175.000 kilo afval op. In de winterperiode zijn de meeste containers gesloten. Het is dan de bedoeling dat je je eigen afval zelf meeneemt naar een plek waar je het wel kwijt kunt. Overigens speelt ook Marrekrite in op het doorvaren na het zomerseizoen en leegt op steeds meer plekken ook in de winter de containers. 

doorvaren na het zomerseizoen
Recreatieschap Marrekrite beheert honderden aanlegplekken in Friesland
Stabiel in het water

We varen terug naar de Joustersluis en gaan daarna naar stuurboord, de Noorder Oudeweg op, die even verder overgaat in de Goaïïngarypster Puollen. Hoewel er een stevige bries staat ligt de Centaurus lekker stabiel in het water. Van de golven merken we bijna niets. Om de Greate Griene heenvarend komen we terecht op het Sneekermeer.

Wintertaling en slobeend

Op het Sneekermeer aangekomen zien we één van de vogelrustgebieden voor de overwinterende vogels. Je kunt er de wintertaling, slobeend en het nonnetje aantreffen. Marrekrite legt geel-blauwe boeien in het water om deze gebieden te markeren. De vogelrustgebieden zijn ook te vinden in de Watersport app. Tussen 1 oktober en 1 april word je geacht niet in deze stukken te varen. Is niet erg, er is immers plenty vaarwater.

doorvaren na het zomerseizoen
De watertjes die met deze boei zijn gemarkeerd moet je met rust laten
Niet bediend

We varen richting Sneek langs het starteiland. De natuurlijke neiging is rechtdoor over de Houkesleat naar Sneek. Maar deze bruggen worden in dit seizoen op zondag niet bediend. Ook niet op afroep via de vaarwegtelefoon. Daarom gaan we in zuidelijke richting het Prinses Margrietkanaal op. Even verder naar stuurboord over It Nau, de Witte Brekken en dan Sneek in over de Wâldfeart naar Aquanaut. En zo komt er een einde aan deze doorvaren na het zomerseizoen-trip.

Hoe vonden we het?

We hebben een heerlijk weekend gehad, met een heel prettige boot en we hebben het geen moment koud gehad. Op het water is het een stuk stiller dan in het reguliere seizoen, maar dat heeft beslist ook zijn eigen bekoring. De natuurbeleving is misschien zelfs wel groter dan in de zomer. Grote zwermen ganzen vliegen over, met een beetje mazzel zijn de rietpluimen witberijpt en het is heerlijk rustig.

Goed plannen

Vanwege de beperkte brugbediening moet je bij het doorvaren na het zomerseizoen je reis wel goed plannen. Op doordeweekse dagen moet je tenminste twee uur van tevoren bellen met de Vaarwegtelefoon voor brugbediening. Voor de zaterdag moet je de planning al op vrijdag doorgeven en op zondag worden de bruggen heel beperkt bediend. Het is daarmee iets minder vrij rondtrekken dan in het normale vaarseizoen, maar wij vonden het echt wel een grote service. Het is ook heel fijn dat steeds meer bruggen ter plekke geopend kunnen worden met de Watersport app.

Wat ons daarnaast opviel is dat er in alle Friese steden en andere plaatsen zo veel te zien en te beleven valt. En met de horeca zit het helemaal wel goed. Het overgrote deel is het jaar rond geopend. Kort gezegd, wij vonden het een prachtige tocht en kunnen het doorvaren na het zomerseizoen iedereen aanraden.

Assen, december 2022 Pieter en Marieke van de Canicula

Vond je de video leuk? Abonneer je hier gratis op ons YouTubekanaal, dan zie je de nieuwste video’s meteen!

Het roerige leven van planetenbouwer Eise Eisinga

Dit verhaal gaat over het roerige leven van planetenbouwer Eise Eisinga. We komen hem tegen als we met onze boot De Canicula in Franeker belanden en het wereldberoemde Planetarium van Eisinga bekijken. Dat het Planetarium bestond, dat wisten we natuurlijk wel, maar het verhaal erachter blijkt minstens zo interessant! 

Als we Franeker naderen over de Franekervaart, zien we al van verre de kerktoren hoog oprijzen boven het vlakke land. Pas als we het Van Harinxmakanaal opdraaien zie ik dat ik me vergis: de imposante toren hoort bij de kerk van Tzum. De kerk van Franeker blijkt een iets minder indrukwekkende toren te dragen. Gelukkig zeggen torens niets over de plaatsen waar ze op neerkijken. Waar Tzum vrijwel alleen op z’n hoge toren kan bogen, blijkt Franeker veel meer in huis te hebben.

Geuzengat

We leggen aan in de voormalige vestinggracht, vlak naast het Geuzengat. Door dit gat glipten inwoners in- en uit na sluiting van de stadspoorten. Een stevig hek met stalen spijlen blokkeert de ingang. Wat logisch is, want de tuin aan de andere kant van de vestingwal is gewoon particuliere grond. Maar jammer is het wel. Als we via een omweg in het centrum komen, belanden we middenin een indrukwekkende stoet oldtimers, die de Elfstedentocht rijden en nét als wij er zijn Franeker aandoen. Dat is dan wel weer mazzel!

Een historisch kaaspakhuis, een bierschenker en de Elfsteden Oldtimerrally: in deze video kun je onze vaartocht tussen Bolsward en Franeker bekijken

Lees ook: Aanleggen in Franeker

Verdwenen kasteel

Franeker is het centrum van het balspel kaatsen. Het speelveld is imponerend door z’n glad geschoren gras, maar vooral door de twee enorme slanke torens die de ingang markeren. Ze doen mij denken aan het vliegende spelletje Zwerkbal van Harry Potter, maar in werkelijkheid herinneren ze aan de torens van een verdwenen kasteel. Behalve van het kaatsen is de stad vooral bekend vanwege Eise Eisinga die zijn kleine woonkamer omtoverde in een compleet zonnestelsel.

Het zichtbare deel van het planetarium is uitgevoerd in hemelsblauwe en gouden kleuren
Wereldwonder

Het Planetarium is zo perfect gebouwd dat het nu, ruim 200 jaar na dato, nog steeds de planeten in de juiste baan rond de zon brengt. Blikvanger is de gouden bol, die onder het hemelsblauwe plafond midden in de kamer hangt en de zon voorstelt. De aarde cirkelt er als kleiner bolletje langzaam omheen, net zoals Mercurius, Venus, de maan, Mars, Jupiter en Saturnus. Je kunt ook zien hoe laat de zon opkomt en ondergaat en wat de positie van de maan is en nog veel meer.

Het mechaniek staat te boek als het oudste nog werkende planetarium van de hele wereld en wordt binnenkort dan ook voorgedragen voor de werelderfgoedlijst van Unesco. Maar hoewel Eisinga’s Planetarium straks wereldwonder wordt, is z’n bouwer minstens zo bijzonder.

Wolkammer

Eise Eisinga (1744-1828) is als echte béta vooral geinteresseerd in wiskunde en astronomie, waar hij zich in zijn vrije tijd mee bezig houdt. In het dagelijkse leven is hij, net zoals zijn vader, een wolkammer, iemand die de wol dusdanig fatsoeneert dat het daarna gesponnen kan worden. Hij doet dat niet allemaal zelf, maar heeft een groot bedrijf met een paar honderd man personeel. Op 24-jarige leeftijd trouwt hij met Pietje Jacobs, met wie hij twee zoons en een dochter krijgt. Hij heeft allerlei bijbanen, ook in het stadsbestuur, waar hij lid van de vroedschap wordt – een soort van wethouder.

De wolkammerij uitgebeeld in het Planetarium
Burgeroorlog

Het is de tijd dat de rol van ons land op het internationale toneel is uitgespeeld. We zijn voortdurend in oorlog met Engeland, dat tijdens de Vierde Engelse Oorlog honderden Nederlandse koopvaardijschepen in beslag neemt. Daardoor is de handel compleet stilgevallen en worden we steeds armer. De stadhouder krijgt de schuld. Hele groepen burgers, die zichzelf de ‘patriotten’ noemen, vinden dat hij de verkeerde mensen op de verkeerde plaatsen heeft aangesteld én dat hij samen met datzelfde clubje alle macht in handen houdt. Ze komen in opstand.

Al sinds de middeleeuwen worden de steden en dorpen beschermd door schutterijen. Die zijn doorgaans op de hand van de stadhouder, wat logisch is, want de officieren worden door de stadhouder benoemd. Dat is tegen het zere been van de patriotten, die vinden dat de officieren door de burgers moeten worden benoemd. Ze willen, kortom, een democratie. Uit onvrede ontstaan er vrijkorpsen, vrijwilligerslegers van burgers al dan niet afkomstig uit de schutterijen. Ze beginnen alvast te oefenen met wapens voor het geval de stadhouder besluit tot militair ingrijpen. Het conflict tussen de patriotten en de aanhangers van de stadhouder wordt grimmiger en begint op een burgeroorlog te lijken.

   
De wereld vergaat

Het is ook de tijd dat de macht van de kerk nog steeds groot en het woord van de dominee de waarheid is. Half Friesland is dan ook in onstuur als de dominee van het nabijgelezen Bozum beweert dat de wereld op 8 mei 1774 vergaat. Hij wijt dat aan een bijzondere stand van de planeten. Maar Eisinga gelooft liever in zijn eigen verstand dan in dat van de dominee. Met zijn sterrenkundige kennis weet hij dat er niks aan de hand is en bouwt in zijn woonkamer het planetenstelsel na zodat iedereen met eigen ogen kan zien dat de planeten, ook al zouden ze dat willen, niet eens tegen elkaar aan zouden kúnnen botsen.

Hoog bezoek!

Dit is snel verteld, maar in werkelijkheid kost de bouw van het zonnestelsel hem maar liefst zeven jaar van zijn leven. En dan wordt hij ook nog eens een handje geholpen door zijn vader, die de houten schijven en de tandwielen voor het slingeruurwerk maakt, en door zijn broer, die de beschildering van het plafond voor zijn rekening neemt. Als het Planetarium in 1781 klaar is, oogst Eisinga veel bewondering. De prins van Gallitzin komt kijken, de hertog van Saksen-Gotha, zelfs de koning van Zweden en met hen nog een hele rij hoogwaardigheidsbekleders. Je moet je voorstellen: al dat hoge bezoek in dat kleine huis, met een nog kleinere woonkamer en een zolder waarop je je kont niet kunt keren.

Het planetarium is inmiddels uitgebreid met de huizen ernaast
Een soort nerd

Eisinga bouwde zijn Planetarium overigens niet om de bevolking gerust te stellen, schrijft Arjen Dijkstra in zijn recente biografie over de wolkammer. Volgens Dijkstra vond Eisinga het gewoon leuk om een werkend model van het zonnestelsel te maken. Dijkstra in het dagblad Trouw: “Je kunt hem zien als een soort nerd. Een geek. Zijn doel was uiteraard wel om mensen te laten zien hoe de planeten zich bewegen. Daar gaf hij ook graag uitleg over.” Arjen Dijkstra – De Hemelbouwer

In het boek staat nog véél meer informatie over Eise Eisinga en de tijd waarin hij leefde. Als je het boek via deze link koopt, krijgen wij een kleine commissie die we gebruiken om de website up-to-date te houden

 

Verdacht persoon

Dan keert het lot zich tegen de planetenbouwer. Want een paar jaar nadat het Planetarium klaar is, beginnen de patriotten zich steeds sterker te roeren. Zelfs sommige leden van de doorgaans stadhoudergezinde schutterijen scharen zich achter de democratische beweging. Diverse patriotten verzamelen zich ook in Franeker, waar Eisinga vanuit het stadsbestuur betrokken is bij de schutterij. Waarschijnlijk daardoor is Eisinga door de aanhangers van de stadhouder automatisch een verdacht persoon.

Gevangen in het Blokhuis

Als de aanhangers van de stadhouder de overhand krijgen slaat Eisinga op de vlucht en komt eerst in het Duitse Steinfurt en later in Gronau terecht. In 1790 duikt hij op in het Groningse Visvliet, waar het Friese Hof hem in 1791 laat arresteren. Hij wordt gevangen gezet in het Leeuwarder Blokhuis en na een proces van bijna een jaar wordt hij vijf jaar uit Friesland verbannen. Zijn vrouw Pietje is dan al overleden. Eisinga keert terug naar Visvliet – dat is nét over de Friese grens –  waar hij zijn beroep van wolkammer weer oppakt. Hij trouwt er voor de tweede keer, met Trijntje Sikkema, met wie hij twee dochters krijgt.

Is Eise Eisinga nu min of meer per ongeluk betrokken bij de opstand tegen de stadhouder of is hij een échte patriot? Hoewel hij het zelf ontkent heeft hij de schijn tegen. Feit blijft dat hij zich zo in het nauw gedreven voelt dat hij alles achterlaat, vrouw, kinderen en huis, inclusief zijn geliefde Planetarium.

Al snel verschijnen meerdere publicaties over het planetarium
Stilgestaan

In 1795 winnen de patriotten de strijd alsnog. De Fransen zijn in ons land de baas geworden en de stadhouder is gevlucht. Eisinga keert terug naar Franeker, waar zijn huis inmiddels is verhuurd. Pas een jaar later kan hij er weer in en treft hij zijn Planetarium nog helemaal intact aan, maar het instrument heeft dan wel negen jaar stilgestaan. In 1797 wordt het heropend en het publiek komt massaal kijken.

Pas als ons land na de Franse tijd een koninkrijk is geworden komt het goed tussen Eisinga en de stadhouderlijke familie. Koning Willem I komt het Planetarium bekijken, samen met zijn zoon prins Frederik der Nederlanden. De vorst is zo onder de indruk van het zonnestelsel dat hij het koopt voor de Nederlandse staat. Hij betaalt er 10.000 gulden voor, in tien jaarlijkse termijnen, met het ‘genot van vrij wonen en tweehonderd gulden per jaar voor het toezicht’. In 1859 wordt het huis met het bijzondere plafond aan de stad Franeker gegeven.

Het borstbeeld van Eise Eisinga in zijn geboorteplaats Dronrijp
Veepest

Eisinga zal nog diverse hoge functies bekleden voordat hij in 1828 op 84-jarige leeftijd overlijdt. Hij wordt begraven in Dronrijp, op honderd meter van zijn ouderlijk huis. En hoe vergaat het dominee Eelco Alta, wiens planetentheorie toch min of meer aanleiding was voor het inmiddels wereldberoemde Planetarium? Alta is als patriot in 1790 uit zijn ambt gezet. Pas na de overwinning van de patriotten mag hij weer op de kansel staan. Het blijkt dat hij van chemie meer verstand heeft dan van sterrenkunde, want hij weet een succesvol serum te maken tegen de gevreesde veepest.

Het hele verhaal kun je het beste bekijken in het Planetarium, als je toch in Franeker hebt aangelegd. Ga maar snel, want als het Planetarium de Unesco-status verworven heeft kan het nog wel eens veel drukker worden!

Op het kaatsveld links stond ooit een kasteel. Het Planetarium van Eise Eisinga staat zo’n beetje naast het stadhuis, iets boven het midden van de afbeelding.

Bronnen:

Vond je het verhaal leuk? Als je je email-adres invult in het veld rechtsboven krijg je gratis onze verhalen in je mailbox. Veel leesplezier!

Pieter en Marieke, Assen augustus 2022

Vijf redenen om wel over Noordhollands Kanaal te varen

Zuchtend bekijk ik de waterkaart van Noord-Holland. Vlakbij de kust ligt een jachthaven, met de duinen en het strand dichtbij, waar je heerlijk kunt wandelen. Maar dan moeten we kilometers lang over dat kaarsrechte Noordhollands Kanaal varen. Er is niks te beleven onderweg en vlak langs het water loopt een drukke weg. Jammer, want iets verder ligt Den Helder, daar wil ik ook wel graag naartoe. Maar dan moeten we nóg verder varen over dat lange en rechte en slaapverwekkende kanaal. Ik leg de waterkaart maar weer aan de kant en zet de duinen, het strand en Den Helder uit m’n hoofd.

Totdat John opduikt.

John werkt als sluiswachter op de Zeedoksluis in Den Helder. De sluis ligt tussen het zoute water van de Nieuwe Haven en de voormalige scheeps- en onderhoudswerf van de Koninklijke Marine. Die werf is de laatste jaren grondig opgeknapt. John is heel enthousiast over de make-over en heeft ons via Facebook en YouTube al een paar keer gevraagd koers te zetten naar Den Helder om de werf te filmen.

Omdat we dan én Den Helder én het strand kunnen combineren, laten we ons overhalen. Sindsdien weet ik dat het inderdaad de moeite waard is om die kant op te gaan. Natuurlijk wil ik dat ook graag laten zien. Daarom geef ik jullie in hier vijf redenen om wél helemaal over het Noordhollands Kanaal te varen. Het zal trouwens best lastig worden om jullie te overtuigen, gezien de reacties op ons YouTubekanaal:

  • Ik kom nooit voorbij Alkmaar omdat ik het zo saai varen vind
  • Knap hoor om van een wat saai vaargebied toch een leuke video te maken
  • Wij zijn bij Broek op Langedijk teruggegaan, niet veel gemist, maar toch leuk om nog even te zien

Ook Pieter gelooft er niet zo in…

“Ik ben benieuwd of je wel vijf redenen kunt bedenken”

Aan het eind van dit stukje weten we of ik vijf redenen heb kunnen verzinnen en hoor ik graag of ik jullie heb kunnen overtuigen!

Klapwiekende heli’s

Tsjak-tsjak-tsjak: even lijkt het erop dat we dekking moeten zoeken, als we vanaf het Balgzandkanaal het Noordhollands Kanaal opvaren. De helikopters vanaf vliegveld de Kooy vliegen klapwiekend vlak boven je hoofd. En inderdaad, het vaarwater is tot aan Den Helder niet erg inspirerend. Maar, eenmaal voorbij de Koopvaardersschutsluis, wordt het andere koek. We varen voorbij een paar marineschepen, een replica van een VOC-schip en zelfs het filmschip de Earl of Pembroke. Vlak voor de Boerenverdrietsluis ligt Museumhaven Willemsoord met daarin het opvallende felrode lichtschip Texel. Het zal jullie dan ook niet verrassen wat reden 1 is.

Koning Willem I

Maar laten we de zaak, of liever gezegd het kanaal, eerst nog even in perspectief zetten. Het is begin 19e eeuw. Nederland heeft ongeveer twee miljoen inwoners, het land is nog leeg en kaal. Den Helder ligt aan het eind van een smalle landtong, ongeveer twee kilometer breed en tien kilometer lang. Dit is het land dat de Franse keizer Napoleon compleet leeggeroofd heeft achtergelaten. De straten zijn vol met bedelaars en de tuchthuizen puilen uit. Dan stapt koning Willem I in Scheveningen aan land. Hij heeft in zijn ballingsoord Engeland gezien hoe de aanleg van kanalen de handel daar heeft opgestuwd. Brandstoffen als turf, steenkool en andere handel wordt efficiënt over het water vervoerd. Dat wil Willem ook voor Nederland. Een van zijn grootste projecten wordt de aanleg van het Noordhollands Kanaal.

Hier zijn ze dan, de vijf redenen om toch over het Noordhollands Kanaal te varen

1: Den Helder

Na de Boerenverdrietsluis komen we in de voormalige scheeps- en onderhoudswerf van de Koninklijke Marine, met daarin jachthaven Willemsoord waar we gaan aanleggen. Achter de jachthaven liggen museumschepen als het ramschip de Schorpioen en de mijnenveger Abraham Crijnssen met z’n bijzondere historie. Als je nog wat beter kijkt zie je onderzeeboot de Tonijn hoog uittorenen naast het Marinemuseum. Kijk je de andere kant op, dan ontwaar je de masten van het houten oorlogsschip Zr. Ms. Bonaire. Kortom, de hele haven is één brok historie. Wat het nog indrukwekkender maakt is dat je achter de Zeedoksluis de modernste schepen ziet liggen. Kortom, als je van havens houdt is Den Helder in z’n eentje al vijf redenen genoeg om over het Noordhollands Kanaal te varen!

Lees ook: Aanleggen in Den Helder

Het oorlogsschip Zr. Ms. Bonaire ligt in het oudste gemetselde droogdok van heel Europa
2: de vlotbruggen

Knarsend en piepend glijden ze over het water: de vlotten van de bijzondere bruggen die je tegenkomt op het Noordhollands Kanaal tussen Den Helder en Alkmaar. Ze worden dan ook vlotbruggen genoemd en liggen er al sinds de aanleg van het kanaal 200 jaar geleden, al zijn het natuurlijk niet meer de originele. De bruggen zijn nog het beste te omschrijven als een combinatie van een veerpont en een schipbrug, zo’n lange sliert schepen waarover je naar de overkant van het water kon lopen. Ze werden ontworpen omdat men in die tijd nog geen lange overspanningen kon bouwen. Van de oorsponkelijke negen zijn er nog vijf over (vier oude en één nieuwe) en er zijn zelfs twee plaatsen naar vernoemd, Burgervlotbrug en Sint Maartensvlotbrug. Bijzonder om doorheen te varen!

In deze video komen we de vlotbruggen tegen

3: met de boot naar duinen en strand

Als je ter hoogte van Zijpersluis afslaat in westelijke richting kom je in de Hondsbosschevaart, die halverwege het strand is geblokkeerd door een wel heel erg lage brug. Gelukkig kun je bakboord uit de Hargervaart in. Meteen vanaf het begin van die vaart kun je aanleggen, maar wil je gebruik maken van het sanitair, dan kun je beter wat verder doorvaren, want jachthaven Hargervaart is een kleine twee kilometer lang. Op loopafstand liggen de hoogste duinen van Nederland én het strand met een paar leuke strandtenten. Heerlijk wandelen dus. En heb je geen zin om te koken, dan zijn er in Groet genoeg leuke restaurants.

Lees ook: Aanleggen in de Hargervaart bij Groet

   
4: het Noordhollands Kanaal zélf

Ook al zie je er niets meer van, ooit was het Noordhollands Kanaal beroemd. Het stond bekend als het Groot Noordhollandsch Kanaal en was tijdens de opening in 1824 het breedste en diepste kanaal van de hele wereld. Er waren twee redenen om ‘m aan te leggen, een militaire en een economische. Want marinestad Den Helder was alleen bereikbaar over zee en de marineschepen zaten dus opgesloten bij een vijandelijke aanval. Daarnaast konden grotere schepen vanwege de ondiepe Zuiderzee steeds moeilijker in Amsterdam komen, het economische hart van Nederland.

Schepen zitten vastgevroren in het Noordhollands Kanaal, 1830. Ets Willem Hendrik Hoogkamer, Rijksmuseum
Moord

Het was een enorme klus om ‘m aan te leggen. Duizenden zogenoemde polderjongens uit binnen- en buitenland moesten met schoppen, kruiwagens en paarden de modder te lijf. Ze werden slecht betaald, kregen slecht te eten en waren slecht behuisd, vaak in zelfgemaakte krotten naast het kanaal. Het is dan ook goed voor te stellen dat ze ontevreden waren. In één geval zelfs zo ontevreden dat de dronken arbeiders hun aannemer baas Huijskens doodsloegen. Overigens pas nadat Huijskens eerst twee van zijn polderjongens had doodgeschoten. De regering schrok zo van de moord dat sindsdien militairen langs het kanaal werden gestationeerd.

Bekijk onze video’s ook op YouTube

5: een verdwenen rivier en een ingepolderd zeegat

Ook al is het kanaal boven Alkmaar lang en recht, dat is niet altijd zo geweest. Want om kosten te besparen werd voor de aanleg van het Noordhollands Kanaal zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaand water. Bijvoorbeeld van de ringvaarten rond de droogmakerijen de Beemster en de Schermer. Maar er werden ook oude waterlopen opgeofferd. Tussen Alkmaar tot aan Zijpersluis werd het riviertje De Rekere zo grondig verbouwd dat er niets meer van te herkennen is, en alleen de naam van de dijk langs het water herinnert aan De Rekere. De Rekere mondde uit in het zeegat de Zijpe. De Zijpe was één van de eerste droogmakerijen van Nederland. Zo’n beetje ter hoogte van Groet vaar je er dwars doorheen. Leuk om te weten toch?!

Lees ook: Vaarroute kris-kras door Noord-Holland

De contouren van droogmakerij De Zijpe in het Noord-Holland van nu. Dwars door de polder het Noordhollands Kanaal.
Kanalenkoning

Nog even terug naar onze Willem. Want het Noordhollands Kanaal is bij lange na niet het enige kanaal dat hij heeft aangelegd. De Zuid-Willemsvaart staat op zijn naam, het Voornse Kanaal, het Kanaal Gent-Terneuzen. In totaal werd onder zijn leiding zo’n 820 km aan vaarweg gegraven of ingrijpend verbeterd. Willem I staat nu, zo’n tweehonderd jaar later, dan ook nog steeds bekend als de Kanalenkoning. Beetje jammer voor hem dat zijn grootste infrastructurele project, het Groot Noordhollandsch Kanaal, nooit zijn naam heeft gekregen. Hij moet het doen met de Willem I-sluis aan het begin, of zo je wilt, aan het einde van de vaarweg.

Nou? Is het me gelukt om je te overtuigen? En zo niet, dan kun je natuurlijk altijd nog over de Waddenzee naar Den Helder varen…

Bronnen:

Vond je het verhaal leuk? Als je je email-adres invult in het veld rechtsboven krijg je gratis onze verhalen in je mailbox. Veel leesplezier!

Pieter en Marieke, Assen augustus 2022

De populairste video’s van 2021

Hoera! De kortste dag van het jaar is achter de rug, het aftellen naar het nieuwe vaarseizoen is begonnen! Maar wat was 2021 voor ons een top-vaarjaar, waarin we heel veel leuke mensen hebben ontmoet en prachtige vaartochten hebben gemaakt die we allemaal hebben gefilmd. We kijken nog één keertje terug met de populairste video’s van 2021.

Populairste video’s

Dit jaar hebben we iets nieuws gedaan. Voorheen maakten we onze vaartochten als losse video’s. Nu hebben we de vakantie-vaartochten in chronologische volgorde gefilmd en gepubliceerd. Voor wat meer afwisseling zijn we zelf ook wat vaker in beeld. Dat was best wennen… Volgens de de statistieken van ons Canicula-YouTubekanaal scoren vooral de laatste filmpjes hoog in de top-5 van de populairste video’s van 2021. Kijk mee voor veel vaar-inspiratie!

In de top-5 staan ook video’s in die we hebben gemaakt in 2020, maar die geüpload zijn in 2021.  

Superbedankt voor alle tips, lieve en ontroerende reacties die we van jullie hebben gekregen. Onderweg op het water, zomaar op straat, op ons YouTubekanaal en op Facebook. In een woord: geweldig! Pieter en Marieke van de Canicula

Met de Canicula naar het strand

Een droom van Pieter kwam dit jaar uit: met de boot naar het strand. Nou ja, niet helemaal, maar toch wel bijna. De Hargervaart bij Groet is een geweldig plekje in Noord-Holland, waar we terechtkwamen na een vaartocht over het Noordhollands Kanaal. Niet overal inspirerend dat kanaal, maar wel met een interessante geschiedenis. De video staat op de vijfde plaats van de populairste video’s van 2021.

De werf van Napoleon

Op de vierde plaats de vaartocht naar Den Helder, waar we terechtkwamen bij de gastvrije jachthaven Willemsoord in de voormalige scheeps- en onderhoudswerf van de Koninklijke Marine, ooit nog aangewezen door keizer Napoleon Bonaparte. Op steenworp afstand van het Marinemuseum én van de veerboot naar Texel.

Naar de molens van Kinderdijk

Dankzij tips van onze kijkers kwamen we er in 2020 terecht: in de Alblasserwaard, waar we na een tocht over het riviertje de Giessen zó naar de molens van Kinderdijk konden varen. De film deed het meteen na publicatie niet heel goed, maar gaandeweg het jaar wisten de kijkers ‘m steeds beter te vinden en eindigde hij op de derde plaats. Gelukkig, want het is een bijzondere tocht!

   
Over de Weespertrekvaart

Ook uit 2020, deze vaartocht vanuit Weesp over de Weespertrekvaart via Amsterdam naar Uithoorn. Weesp is leuk om te bekijken, de tocht verder over de Amstel voert je langs Ouderkerk aan de Amstel waar je af kunt slaan naar de Vinkeveense Plassen. De video staat op de tweede plaats van de populairste video’s van afgelopen jaar.

Wind en regen op de Randmeren

Met stip op de eerste plaats: de vaartocht vanuit het piepkleine IJssel-plaatsje Wilsum (maar mét stadsrechten) over het inmiddels niet-zo-nieuwe-meer Reevediep langs Elburg, Spakenburg en Huizen over de Randmeren naar de monding van de Utrechtse Vecht. Veel wind en regen, maar we wisten er gezien de vele weergaven tóch een interessante video van te maken.

Coming soon

We zijn nog niet helemaal klaar met de video’s van 2021. Het editen van de video van onze vaartocht vanuit Amsterdam over de Eem naar Amersfoort schiet al aardig op. We zingen zelfs een refreintje mee. Wees gewaarschuwd dus…

Heb je tips of opmerkingen? We vinden het superleuk als je een berichtje stuurt! Dat kan via het formulier. Ga met de pijltoetsten naar de volgende velden, want als je te snel op enter klikt is het bericht floeps weg.

Caspar de Robles: dijkenbouwer of moordenaar?

Hebben jullie ‘m wel eens zien staan bovenop de zeedijk in Harlingen? Dat enorme beeld met die twee hoofden? En heb je je ook wel eens afgevraagd: wie is toch die man op die dijk? Wij weten het inmiddels wel. Het is een eerbetoon aan Caspar de Robles. Hij staat bekend als dijkenbouwer, maar blijkt ook een moordenaar…

Caspar de Robles - Stenen Man Zeedijk Harlingen
Pieter bij het informatiebord over Caspar de Robles aan de voet van de Zeedijk in Harlingen
Dijkenbouwer of moordenaar?

Op een informatiebord staat dat het beeld is neergezet uit dankbaarheid. Want de ‘daadkrachtige aanpak van het dijkherstel na de Allerheiligenvloed’ zou van kolonel Caspar de Robles de beroemdste dijkenbouwer van Friesland hebben gemaakt. Er past nooit veel tekst op zo’n bord. Het moet dus altijd kort. Maar dit is wel erg kort. Wat er ook niet op staat is dat Caspar de Robles niet alleen dijkenbouwer was, maar ook een moordenaar. Hij was verantwoordelijk voor de moord op de halve bevolking van Dokkum.

Caspar de Robles wordt in 1527 geboren, als zoon van een Spaanse ridder die in Portugal is gaan wonen. Aangenomen wordt dat zijn moeder de voedster is van Philips II, de zoon van keizer Karel V. Waarschijnlijk is dat de reden dat Caspar hoog scoort in de Spaanse hierarchie. Aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog, tussen 1573 en 1576, is De Robles stadhouder van Groningen, Friesland en Drenthe.

Caspar de Robles: dijkenbouwer of moordenaar - Kolonelsdiep
Het Prinses Margrietkanaal heet hier ook Kolonelsdiep
Beetje vreemd

Daarover later meer. Want dit verhaal begint niet in Harlingen, maar op het Prinses Margrietkanaal. Daar blijken Pieter en ik al eerder ‘kennis’ te hebben gemaakt met de kolonel. Dat is als we tijdens een van onze eerste lange tochten over de Lauwers naar Gerkesklooster varen en zo het kanaal op. Op de waterkaart zie ik dat dit stukje water behalve ‘Prinses Margriet’ ook ‘Kolonelsdiep’ heet. Dat vind ik een beetje vreemd. We hebben in Nederland toch geen traditie om militaire rangen aan infrastructurele projecten te hangen?

De dikke lijn vormt het traject van het Kolonelsdiep. Afbeelding Friesche Volksalmanak 1891
Kolossaal monument

Kolonelsdiep. De naam blijft even hangen maar zakt daarna diep weg in mijn geheugen. Hij blijft daar lange tijd sluimeren en wordt pas weer wakker als we in Harlingen aanmeren. Daar staat op de Westerzeedijk dat kolossale monument, niet te missen zo groot. Een stijf gebeeldhouwd lichaam met twee hoofden. Op z’n voet komen we de naam van onze kolonel weer tegen. Hoog tijd om het verhaal van Caspar de Robles te ontrafelen!

Lees ook: Aanleggen in Harlingen

   
Allerheiligenvloed

We gaan terug naar de tijd dat Spanje heerst over de Lage Landen. Prins Willem van Oranje voert eerst vanuit Duitsland, later vanuit Delft het verzet aan tegen de Spaanse koning Philips II. Het is een roerige tijd. En alsof dat nog niet genoeg is worden de kusten van de zeeprovincies geteisterd door de ene stormvloed na de andere. Die van 1570 is de ergste. Tijdens een urenlange storm beuken de golven van de Allerheiligenvloed de dijken kapot. In Friesland en Groningen verdrinken zo’n drieduizend mensen.

Caspar de Robles: dijkenbouwer of moordenaar - Allerheiligenvloed
Tijdens de Allerheiligenvloed hoefde je alleen de kerktorens te ontwijken om van Sneek naar Stavoren te kunnen varen. Afbeelding: Rijksmuseum
Scheve ogen

De zeedijk tussen Makkum en Het Bildt is zwaar getroffen. Twee groepen bewoners moeten hun portemonnee trekken bij schade, de buitendijkers en de binnendijkers. De buitendijkers wonen in het gebied dat bij een dijkdoorbraak meteen onderloopt, de binnendijkers houden hun voeten wat langer droog. Buitendijkers moeten daarom drie keer zoveel betalen. Dat levert natuurlijk scheve ogen op – zachtjes uitgedrukt.

Eigen helft

Uiteindelijk – na jarenlange ruzies met elkaar én met de overheid – krijgen de buiten- en de binnendijkers een eigen helft in onderhoud. Om dat te vieren wordt in 1576 midden op die dijk in Harlingen een kolossale grenspaal neergezet, naar verluidt geïnspireerd door de Romeinse goden Terminus en Janus. De eerste staat voor ‘grens’ en de tweede voor het ‘begin en het eind’. Janus wordt altijd afgebeeld met twee hoofden, vandaar dat er een dubbele kop bovenop die paal prijkt.

Caspar de Robles: dijkenbouwer of moordenaar - Terminus
Tekening van Terminus uit 1710. Afbeelding: Atlas Schoemaker. Koninklijke Bibliotheek
Dijkenbouwer Caspar de Robles

Tot zover nog geen link met De Robles. Die zie je pas als je een stukje naar beneden kijkt. Want op de voet van het beeld hebben de Spaansgezinde initiatiefnemers de woorden laten schrijven die nu nog steeds zorgen voor een hoop verwarring. Op de steen staat dat het beeld is neergezet als dank aan kolonel Caspar de Robles vanwege zijn werk aan de dijk. Het lijkt uit de lucht te vallen. Waarom vinden ze het belangrijk Caspar de Robles te noemen?

Stenen Man

Dat is nog steeds een raadsel. De meest waarschijnlijke verklaring is dat de initiatiefnemers in een goed blaadje bij de Spanjaarden willen komen met het ophemelen van stadhouder De Robles. En dat lukt. Want hoewel de officiële naam van het beeld Terminus is, maakt de volksmond er Stenen Man van. En zoals dat vaker gaat, de grenspaal wordt in de hoofden van het volk al snel een praalbeeld ter ere van Caspar de Robles.

Voor wie wil weten wat er precies op de voet van de grenspaal staat, hier kun je de hele tekst lezen.

Caspar de Robles: dijkenbouwer of moordenaar - Hertog van Parma
Zo stellen we ons de Spanjaarden uit die tijd voor, met rijk versierde kleren, een enorme kraag en een puntbaard. Dit is niet Caspar, maar de hertog van Parma, geschilderd door Otto van Veen (1556-1629)
Heldenverering

In de eeuwen na de plaatsing van de grenspaal op de Harlinger zeedijk ontstaat een mythe rond De Robles die uitmondt in een soort heldenverering. Er worden dijken naar hem vernoemd, straten, een jaarlijkse zeezwemtocht, een scoutinggroep en niet te vergeten dat stukje kanaal tussen Briltil en het Bergumermeer. Een heleboel eer voor een man die niet eens in de buurt zou zijn geweest tijdens het herstel van de dijk.

De grootste verdienste van Caspar de Robles zou zijn dat hij het herstelwerk zo goed georganiseerd had dat de dijk in drie maanden klaar was. Hij zou zelfs een galg op de dijk hebben neergezet om werkweigeraars te straffen. Tegenwoordig wordt het hele verhaal hoogst onwaarschijnlijk geacht. Zie daarvoor ‘Een nieuwe kijk op Caspars dijk’ – Kees Draaisma.

Watergeuzen

Want hoewel hij dus wel de naam krijgt als Frieslands beroemdste dijkenbouwer, is Caspar de Robles meestal ver weg als de boeren ploeterend met kruiwagen en schop de dijk op hoogte brengen. De watergeuzen, die vechten aan de kant van prins Willem van Oranje, spoken rond op de Zuiderzee en het kost de stadhouder vrijwel al z’n tijd om die uit Friesland en Groningen te weren.

Ter land houden de opstandelingen hem ook behoorlijk bezig. Vooral als Den Briel door de watergeuzen wordt veroverd op Spanje. De aanhangers van prins Willem worden overmoedig en De Robles moet alles op alles zetten op de noordelijke steden in Spaanse handen te houden. Waaronder Dokkum.

Caspar de Robles: dijkenbouwer of moordenaar - Den Briel
De watergeuzen steken Spaanse schepen in brand bij Den Briel. Afbeelding: Rijksmuseum
Rovende soldaten

Want Dokkum ligt strategisch tussen Leeuwarden en Groningen én is bovendien een havenstad, reden genoeg voor stadhouder De Robles om er uit voorzorg een paar honderd soldaten te legeren. Die soldaten krijgen niet betaald en moeten hun kostje dus bij elkaar roven. Geen wonder dat ze in Dokkum niet bepaald dol zijn op de huurlingen. Als Den Briel door de watergeuzen is veroverd, zien ook de geuzen en prinsgezinde burgers in het Noorden hun kans schoon en bezetten Dokkum. Dat loopt niet goed af.

Lees ook: Aanleggen in Dokkum

Lees ook: Vaarroute rondje Noord-Friesland

Caspar de Robles: dijkenbouwer of moordenaar - Dokkum
Dokkum in 1572. Op 18 september van dat jaar werd de halve bevolking vermoord
Moordenaar Caspar de Robles

Een groot deel van de bevolking kiest de kant van de aanhangers van prins Willem. De Spaanse soldaten worden uit ramen en vanaf daken bekogeld en zelfs beschoten. De Robles is woedend op de inwoners van Dokkum. Hij trommelt honderden huurlingen op om Dokkum terug te veroveren en belooft z’n mannen dat ze de stad mogen plunderen. Bij de slachting die volgt worden zo’n vier- tot vijfhonderd Dokkumers wreed vermoord. Volgens de overlevering kleurt het water van de Ee, die dwars door Dokkum stroomt, rood van het bloed. En zo wordt Caspar de Robles naast dijkenbouwer ook moordenaar.

Lees ook: Vlielands dorp werd platgebrand in tachtigjarige oorlog

Hangend aan een paal

Boontje komt om z’n loontje: De Robles laat zelf ook op een ellendige manier het leven. Jaren later wordt hij tijdens het beleg van Antwerpen getroffen door munitie uit een ‘mijnschip’: een schip dat door de aanhangers van Willem van Oranje is volgestopt met kettingen, stenen, ijzeren pinnen en vooral veel buskruit. De explosie is zo hevig dat het ‘was alsof de hel haar poorten opende’, aldus een ooggetuige. De Robles, weggeslingerd en verpletterd (of andersom), wordt teruggevonden met z’n gouden ketting hangend aan een paal.

Maar hoe zat het nou met dat Kolonelsdiep tussen Briltil en het Bergumermeer?
Caspar de Robles: dijkenbouwer of moordenaar - Mijnschip
Een van de schepen die door de opstandelingen als mijnschip wordt gebruikt om Antwerpen te ontzetten. Schilderij door Frans Hogenberg/Rijksmuseum
Terug naar het kanaal

Terug naar waar dit verhaal begon: op het Prinses Margrietkanaal. Omdat de watergeuzen de handelsvloot op zee bedreigen, laat De Robles een vaart graven tussen Groningen en Friesland. De inwoners zijn er niet gelukkig mee. Het kanaal schopt hun afwatering in de war en ze zijn bovendien bang dat al het Friese water door de vaart naar Groningen stroomt. Toch blijft de vaart bestaan en krijgt het zelfs zijn naam. En wordt het Kolonelsdiep later, als De Robles allang is vertrokken, een drukbevaren route, door binnenvaartschepen én pleziervaarders.

Waaronder wij dus.

Caspar de Robles: dijkenbouwer of moordenaar - Waterkaart
Je doet bijzondere ontdekkingen als je de waterkaarten goed bekijkt…

Alles nog eens overlezende blijf ik het een vreemd verhaal vinden. Wel een monument ter herinnering aan Caspar de Robles maar niet voor de honderden vermoorde Dokkumers. Gek toch?

In deze video varen we van Bolsward naar Harlingen

Verantwoording:

Het leek een simpel klusje, maar gaandeweg bleek dat het verhaal van Caspar de Robles: dijkenbouwer of moordenaar veel complexer was dan ik dacht toen ik ermee begon. Niet alleen ingewikkeld door kleine dingen, zoals het gegeven dat hij formeel pas stadhouder werd in 1573, dus ver na de Allerheiligenvloed en zich pas later min of meer met het herstel van de Harlinger zeedijk ging bezig houden. Ook de feiten en meningen over de kolonel bleken per bron verschillend.

En dan is het ook nog de vraag of de twee hoofden op de grenspaal beeltenissen zijn van De Robles of een ‘gewone’ Januskop is. Een complicerende factor hier is dat het huidige beeld ook nog eens een replica uit 1774 is, met naar het schijnt weer andere hoofden dan de oorspronkelijke. Anyway: ik heb geprobeerd de grootste gemene deler aan te houden, maar als iemand het ergens niet mee eens is, dan nodig ik diegene van harte uit een reactie te plaatsen. 

En? Vond je het verhaal leuk? Als je je email-adres invult in het veld rechtsboven krijg je gratis onze verhalen in je mailbox. Veel leesplezier!

Assen, mei 2021, Marieke Rosier

Bronnen: boek De Stenen Man – Dr. Ir. J. Sevenster / Canon van het Westerkwartier / Een nieuwe kijk op Caspars dijk – Kees Draaisma / boek Ooggetuigen van de vaderlandse geschiedenis – Geert Mak  / Historisch Nieuwsblad /

Attentie!

Moet je toevallig iets kopen bij Bol.com, doe dat dan via deze link. Dan krijgen wij een kleine commissie die we gebruiken om de website up-to-date te houden. Dank alvast!

Select 2021Select 2021
 

Waarom de sluis in Alblasserdam dicht is

Het is altijd een bijzonder stukje, halverwege de Noord bij Alblasserdam. De Alblasserdamsebrug is indrukwekkend, net zoals de loodsen van superjachtenwerf Oceanco en de voormalige fabriek van Nedstaal. Alblasserdam, daar is de toegang naar de Alblas denken wij, en daar kun je vast die Alblasserwaard in. Maar een blik op de waterkaart leert dat de Alblas is versperd door een dam. Tot zo rond 1998 zat er een sluis in, maar die is definitief dicht. Waarom?

In deze video varen we over de Noord langs Alblasserdam

Naar de Giessen

Die vraag komt pas deze zomer bij ons op, als we die Alblasserwaard in willen. Om de Giessen te bevaren, een riviertje waarvan we hebben gehoord dat-ie nét zo mooi is als de Linge. En natuurlijk om de wereldberoemde molens van Kinderdijk van dichtbij te bekijken! 

In het midden de dam. Vooraan de buitenhaven en achter de dam de Alblas. Afbeelding: Google Maps.

Alles uit de kast

De afgelopen paar jaar is van alles uit de kast getrokken om de toegang naar de Alblas weer open te krijgen. Er is een actieclub opgericht. Studenten hebben onderzoek gedaan naar de plaatsing van extra vloeddeuren. Bestuurders zijn met bootjes door de waard gevaren om ze te wijzen op de toeristische winst.

Ook vinden we plannen waarin de heropening van de sluis wordt besproken, in combinatie met een betere bereikbaarheid van de molens van Kinderdijk. Er is een Plan van Aanpak gepresenteerd hoe die heropening voor elkaar te krijgen.

Maar waarom de sluis nu precies dicht moest lezen we nergens. We vinden wél wat aanwijzingen.

De sluis gezien vanaf de Alblas. Foto: Regionaal Archief Dordrecht.
Levensgevaarlijk
  • Is iedereen vergeten dat de sluis werd dichtgegooid ivm het vrachtverkeer?
  • Het was levensgevaarlijk werd indertijd verteld (en zit een kern van waarheid in)
  • Het wegdek van de sluis stond op instorten
  • Dichtgooien was goedkoper dan opknappen. De gevolgen had men toen niet goed op het netvlies staan.

Reacties onder een artikel in alblasserdamsnieuws.nl

Langs de Noord en de Lek is veel bedrijvigheid en dus vrachtverkeer richting Kinderdijk en Nieuw-Lekkerland.
Onderhoud?

Uit de reacties leiden we af dat het vooral om onderhoud ging. Om het zeker te weten te krijgen bellen we met Waterschap Rivierenland. De vriendelijke en zeer behulpzame dame van de afdeling communicatie moet het navragen. Of we de vragen maar even op de mail wil zetten. Dat doen we natuurlijk. Na een paar dagen krijgen we antwoord.

  1. Wat is op dit moment de status van de discussie?

Op dit moment is er geen discussie over. Er is in het verleden meerdere malen bestuurlijk gesproken over heropening. Standpunt is steeds ongewijzigd: alle drie betrokken overheidspartijen, provincie ZH, gemeente, waterschap, zitten hier op één lijn. Geen heropening. De invloed op de recreatievaart is gering. En kosten onderhoud en bediening zijn blijvend. Bovendien is en wordt de Alblas geen vaarweg.

2. Is er enige reële kans op heropening van de sluis op afzienbare termijn?

Nee, zie bovenstaand. Wel is de mogelijkheid voor optisch herstel bij volgende dijkversterking bespreekbaar.

3. Wat is indertijd precies de reden geweest dat de sluis is dichtgemaakt?

Vanuit het oogpunt van waterveiligheid is besloten om de sluis toentertijd te sluiten.

Waterveiligheid

Mmm. Dit is wel heel summier… waterveiligheid… Daar kun je ook onder vatten dat het onderhoud gewoon te duur was, denken wij dan. Maar het antwoord is heel duidelijk. De sluis is dicht en blijft dicht. Misschien alleen optisch herstel, wat zoveel betekent dat het lijkt alsof-ie nog open is. 

   

Karakteristiek torentje

Dat zou ook al heel mooi zijn. Het is namelijk een prachtige kunstwerk, gebouwd in de stijl van de Delftse School met een karakteristiek torentje. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, raakte het complex door een bombardement zwaar beschadigd. Nog tijdens de oorlog werden dam en sluis herbouwd.

De schade na het bombardement op Alblasserdam op 11 mei 1940. Foto: Regionaal Archief Dordrecht.
Alblassersluis

Om de Alblasserwaard binnen te komen zit er dus niks anders op dan om te varen naar Hardinxveld-Giessendam. En misschien is dat maar goed ook, gezien deze reactie op de website van alblasserdam.net:

Gewoon laten zoals het nu is.
De naam van ons mooie dorp zegt het al: AlblasserDAM.
Anders had het wel Alblassersluis geheten……..

Lees hier je waar je wel de Albasserwaard in kunt varen -> Varen door de Alblasserwaard

En wil je het ‘optische herstel’ van de sluis de komende jaren zelf in de gaten houden? Gewoon vóór de dam aanmeren in de jachthaven van Alblasserdam!

De jachthaven van Alblasserdam met zicht op de werf van Oceanco. Foto: Albert Remmelts.

Vond je het verhaal leuk? Als je je email-adres invult in het veld rechtsboven krijg je gratis onze verhalen in je mailbox. Veel leesplezier!

Assen, februari 2021, Marieke Rosier

Attentie!

Moet je toevallig iets kopen bij Bol.com, doe dat dan via deze link. Dan krijgen wij een kleine commissie die we gebruiken om de website up-to-date te houden. Dank alvast!

Select 2021Select 2021
 

Bronnen: Alblasserdam.net / Stichting Schutsluis Alblasserdam / Geschiedenis van Zuid-Holland /

De populairste video’s van 2020

Misschien heb je er maar ééntje gezien, of misschien wel allemaal. Een video van een vaartocht bij jou in de buurt of eentje in een regio waar je wat minder vaak vaart: met de Canicula maken we overal op het Nederlandse water filmpjes.

   
Populairste video’s

Maar welke video’s waren in 2020 het populairste? Kijk even mee in de statistieken van ons YouTubekanaal De Canicula, misschien kunnen we je inspireren!

We willen jullie hartelijk danken voor al jullie support en de leuke, lieve en ontroerende reacties zowel op Facebook als op ons YouTubekanaal. En niet te vergeten de geweldige reacties onderweg op het water!

Met de motorboot over de Oude IJssel

Al jaren stond-ie op onze bucketlist: de Oude IJssel. Bij Doesburg de bocht om en dan door de indrukwekkende sluis langs Laag-Keppel, Doetinchem en Terborg, totdat je bij Ulft de keersluis tegenkomt. Het was een mooi avontuur, langs indrukwekkende kastelen, een moordlustige bisschop en interessante sluizen, compleet met vistrappen. De video staat op de vijfde plaats van populairste video’s van 2020.

Over Vliet en Schie

We komen graag op Kevereiland, waar Edwin en Gilia de scepter zwaaien. Vanuit Keverhaven op de Kagerplassen varen we dan via Leiden en Delft naar Rotterdam, waar we in deze video de nacht doorbrengen in het historische Delfshaven. Op plaats 4 staat dit filmpje. En de Vliet en de Schie uit de titel zijn kortweg de namen van de vaarverbinding tussen Leiden en Delft en tussen Delft en Rotterdam. En wist je dat er maar liefst vier Schie-en zijn? Kijk zelf maar!

Noordwaarts

Vaak zijn we een beetje weemoedig als we aan deze vaartocht beginnen, want het betekent dat we terug naar het noorden, naar onze thuishaven varen. De vakantie zit er dan op… De route maakt veel goed: vanuit Hasselt via Zwartsluis en de Beulakerwijde via Giethoorn naar Ossenzijl. De video van deze vaartocht staat op de derde plaats.

Langs Heerenveen en Akkrum

Op 2: één keer eerder kwamen we door Heerenveen. Maar deze keer namen we de tijd om een rondje langs de afgedamde Schoterlandse Compagnonsvaart en de historische Heeresloot te wandelen, voorbij de prachtige Crackstate en Oenemastate in het centrum. We varen door het knusse Aldeboarn en door Akkrum en leggen aan bij de voormalige veengraverij de Deelen, dat is omgetoverd in een prachtig natuurgebied.

Sweet memories: Wergea en Warten

Vanaf het begin scoorde hij hoog, misschien wel dankzij de prachtige muziek van Widekeys. We komen door het smalle vaarwater van Wergea en door waterdorp Warten, waarna we onze tocht voltooien in de Oude Venen. De beelden namen we op in het najaar van 2019, de video was klaar in februari 2020. Hij staat met stip op 1!

Friese filmpjes

Opvallend is dat vooral Friese filmpjes hoog scoren. Zou dat komen omdat we vooral veel Friese fans hebben? Of genieten onze kijkers meer van de Friese wateren? Wie het weet mag het zeggen…

En de slechtst bekeken video?

Tja, die moeten er ook zijn. Zelf was ik behoorlijk trots op deze video waarbij we eerst heen-en-weer door Delfshaven varen en daarna via de Parksluizen over de nieuwe Maas het Noordereiland ronden: Rondje Rotterdam. Misschien willen jullie de video een nieuwe kans geven? Of ons vertellen waarom jullie ‘m niet zo leuk vinden? Misschien kunnen we er wat van opsteken!

Meest bekeken

Al een paar jaar houden we bij welke video’s het meest bij jullie in de smaak vallen. Bekijk hier de filmpjes die het meest bekeken werden in 2019 en 2018. En we horen natuurlijk graag wat jij vond van de video’s? Misschien heb je nog goeie tips? Vertel het ons!

De populairste video’s van 2019

De populairste video’s van 2018

Assen, december 2020

Marieke Rosier