Terpenpracht langs de Dokkumer Ee

Sinds 2015 toeren we met de boot door Nederland. Onze eerste vaartocht voert door Overijssel. We vallen van de ene verbazing in de andere. Over de imposante bebouwing van Vollenhove, de massieve zeesluis van Blokzijl, het dijkdorp Kuinre. Geweldig! Inmiddels zijn we bijna heel Nederland door gevaren. Onderweg verzamelen we bijzondere verhalen. Dit verhaal gaat over onze terpen, hun bijzondere inhoud en de rol van de overheid bij de verwoesting ervan.

In deze video varen we van Berlikum even voorbij Dokkum

Vind je de video leuk? Abonneer je op ons YouTubekanaal, dan zie je de nieuwste video’s het eerst!

Hoge kerk op heuvel

We varen over de noordelijke Elfstedenroute als we tussen Finkum en Bartlehiem een middeleeuwse kerk zien opdoemen. De kerk is opvallend hoog, veel hoger dan andere kerken onderweg. Als ik wat afgeleid word door een overkomend propellervliegtuig, verlies ik de kerk uit het zicht. Totdat ik ‘m even verder weer in het oog krijg. Tenminste, dat vermoed ik op dat moment.

Maar inmiddels weet ik dat het zomaar een andere geweest kan zijn. Want als we even verder over de Dokkumer Ee varen, zien we een hele serie van die hoge kerken langs het water. En in een flits dringt het door: het zijn geen hoge kerken, maar kerken op hoge heuvels. Terpen dus. 

Deze terp staat vlak voor Birdaard, duidelijk zichtbaar vanaf de Dokkumer Ee.
Hegebeintum

Van terpen hebben we natuurlijk gehoord. Dat de hoogste terp van Friesland in Hegebeintum staat en dat er in de terp van Wijnaldum een prachtige mantelspeld is gevonden, dát wisten we. Maar dat ze zo duidelijk te zien zijn en hier langs de Dokkumer Ee bijna in een sliert langs het water staan, dat wisten we dan weer niet. Hoog tijd voor een verkennend onderzoek. Ook handig voor de video die we maken van de vaartocht tussen Berlikum en Dokkum.

Slierten terp

Die slierten terp hebben alles te maken met de Friese waterlijn die door de eeuwen heen steeds verder aandikte. Oeverwallen slibden aan, begroeiden, slibden verder aan en werden steeds hoger, waarop de ‘ouwe Friezen’ zo rond de zesde eeuw voor Christus bedachten dat het prima plekken waren om hun huizen op te bouwen, veilig voor het oprukkende zeewater. Jaar na jaar na jaar verhoogden ze hun terpen. Totdat de dijken kwamen. Want toen waren al die heuvels niet meer nodig. Het water bleef, met een beetje mazzel, achter de dijk.

Vanaf het jaar 1100 werden de terpen bekroond met kerkjes. Afbeelding: screenshot animatie Matthijs Rosier.
Goldrush

De terpen bleven staan waar ze stonden, met de mooie kerkjes bovenop hun hoofd. Eeuwenlang. Totdat rond 1850 werd ontdekt dat terpgrond heel vruchtbaar was en daardoor veel geld waard. Aangespoord door de overheid, die de waarde van de niet afgegraven grond meetelde in de vermogensbelasting, werd driekwart van de Friese terpen afgegraven. Een soort goldrush dus, waarbij de terp loodrecht naar beneden werd ontmanteld, totdat alleen het stukje onder de kerk nog over was.

Uit de terp van Hegebeintum kwamen mooie sieraden en de boomkistdame (zie onder).
Schatkamer

D’r werd van alles er in die terpen gevonden. Huisvuil en mest natuurlijk, maar ook potten, pannen, sieraden en mantelspelden; restanten van honderden jaren boerenleven. Boeren, maar beslist geen arme boeren. Koningen misschien wel, want sommige terpen bleken schatkamers, vol sieraden, munten en zelfs goud. Uit de terp van Wijnaldum bijvoorbeeld, kwam in 1953 een prachtige fibula tevoorschijn, een vergulde zilveren mantelspeld, versierd met gouden filigraanwerk en ingelegd met rode almandijn, een granaatsoort uit India. Maar er kwam nog veel meer uit die terpen…

Tientallen onderdelen van de mantelspeld uit de terp van Wijnaldum zijn de afgelopen jaren teruggevonden. Afbeelding: Fries Museum
Boomkistdame

Want er lagen ook hondjes in die terpen begraven, paarden, en zelfs mensen. De spectaculairste vondst was het skelet van een vrouw. Ze lag in een uitgeholde eikenboom in de terp van Hegebeintum. Inmiddels heeft ze haar gezicht teruggekregen en zelfs een naam: Beitske, de boomkistdame.

Vanaf de originele schedel is het gezicht van de boomkistdame nagemaakt. Afbeeldingen: Fries Museum
Fascinerende wereld

Terpen en hun bewoners: het is een fascinerende wereld waarnaar nog steeds veel onderzoek wordt gedaan. Ook komen er leuke projecten uit voort als het Zodenhuis in Firdgum en het Kweldercentrum Noarderleech in Hallum. Langs de terpen zijn interessante wandelroutes ontwikkeld. Meer over de terpen is te ontdekken in Museum Wierdenland in Ezinge. Daar kom je vlak langs als je met de boot over het Reitdiep vaart. Vanuit de jachthaven in Garnwerd is het ongeveer vier kilometer fietsen.

In Wijnaldum, Firdgum, Oude Bildtzijl en Hegebeintum geven vier kleine musea samen informatie over archeologie langs de Waddenkust. De boomkistdame en andere terpschatten kun je bekijken in het Fries Museum in Leeuwarden.

   
Bootfietstocht naar Hegebeintum

Wil je de terp van Hegebeintum zelf bekijken vanaf de boot? Leg dan aan bij jachthaven Mounehiem in Birdaard. Het is een kleine zeven kilometer op de bootfiets. En bekijk nog even de vorige video van ons Rondje Noord-Friesland. De vaarroute vind je hier.

Assen, november 2020

Marieke Rosier

Bronnen: Fries Museum/Historiek.net/Museum Wierdenland Ezinge/boek Terpen-en Wierdenland: Erik Betten/Terpencentrum RUG

Een gedachte over “Terpenpracht langs de Dokkumer Ee

  1. Marieke en Pieter,
    jullie ontspannende inspanningen bekijkend geeft bij mij de gespannen herkenning van de bevaren routes die veel bekends opleveren. Zeilen leerde ik van de grootvader van Sjolle Wieringa in Akkrum tijdens de laatste periode van een evacuatie in het voorjaar van 1945 alwaar ik ook de Canadezen mocht begroeten.
    Wij hadden geleefd op hutspot om de dag afgewisseld met soepmbrij en wat mij nog altijd herinnert aan een middagmoment waarbij de Canadezen vanaf hun Shermantank een jerrycan benzine deels leeggoten in een gegraven zandputje, dit ontstaken, er een braadpannetje met een klont boter overheen zetten, een eitje bakten en dit vervolgens in het gras gooiden voor mijn hondje, die daar oog op had. Deze jongens hadden geen weet van wat wij ontbeerd hadden, totaan vandaag een eitje bakkende………….
    Inmiddels teruggekomen van het zeilen, uiteindelijk een motorboot verwisseld naar nog een laatste bootje van 9.60 M omdat ik het nog niet laten kan en vooral ook omdat er geklust kan worden.
    Of er ooit nog gevaren wordt is wat losser op schroeven gekomen door Corona met de erop volgende bijwerkingen die nog na ebben, alsmede de herstelperiode die mijn vrouw doormaakt na een acute aanval, gevolgd door een dotterbehandeling waarna sprake is van mogelijk blijvende evenwichtsstoornis. Op dit punt is er dus een gedeeld optimisme ontstaan hetgeen op deze leeftijd dan ook niet als bijzonder kan worden gezien.
    Niettemin heb ik nog wat plannen met mijn huidige Polyester Kruiser die hoewel wel wat jonger dan mij
    nog enige aandacht vraagt. Genoemde boot is een Amerglass 32 HT/AK met een stootrand van rubber dat verhard is en daarmee niet bestand tegen onbedoeld te hard aanmeren Deze vernieuwen is geen doen i.v.m. het onvermijdelijke wegnemen van binnenwerk.
    Na deze aanloop gaan mijn gedachten met belangstelling uit naar de wijze waarop bij de St.Tropez van jullie de kabelaring met name aan de onderzijde op.z’n plaat wordt gehouden. Dit laatste heb ik bij de St.Tropez dealer onder aandacht gebracht maar een antwoord hierop is nooit ontvangen.
    Onderlangs de stootrand een kabelaring monteren is niet de meest fraaie oplossing maar niettemin te overwegen indien een onderbroken hoeklijn-ondersteuning kan worden aangebracht met b.v. blindklink nagels.
    Kunt U mij duiden hoe jullie touwtje op z’n plek blijft dan hoor ik dat graag,
    Beste groet uit Gouda,

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *