Vaartocht naar het voeteneind van Nederland en weer terug

Toegegeven: de jachthaven van Bergen op Zoom trekt ons niet zo erg, met z’n ligging midden tussen de industrie. Maar daar begint onze reis langs de Zuiderwaterlinie, een historische watergrens die wij deze zomer gaan varen, helemaal tot aan Grave. En dan moeten we natuurlijk ook weer naar onze thuishaven in Sloten. Naar het voeteneind van Nederland en weer terug dus. En, verrassing, Bergen op Zoom blijkt een prachtig centrum te hebben!

In deze video zie je hoe we dwars door Nederland naar Bergen op Zoom varen

De vaarroute voor een glaasje rosé

Voor de prijs van een glaasje rosé krijg je de vaarroute zo snel mogelijk in je mailboxKlik hier en het wijst zich vanzelf. Vergeet niet de naam van de route en je mailadres te vermelden!

De Canicula Roseetjes

Dertien trajecten

Specs: De vaarroute is 703 kilometer lang. Qua vaartijd hebben we ‘m in drie weken gevaren. We komen onderweg 21 sluizen tegen, de laagste brug is H3 (in Utrecht), de maximale diepgang D10 (Goot). Onderweg kom je veel veerponten tegen. De route is verdeeld in 13 trajecten, waarvan de langste 80 kilometer is. Vind je dat net zoals wij te lang? Dan hebben we onderweg een alternatieve aanlegplaats opgenomen. Hoeft niet, kan wel!

Bruggen te laag of te weinig ruimte onder de kiel? In beide gevallen kun je met een stukje omvaren (Amsterdam-Rijnkanaal en Zwarte Water) een alternatieve route nemen!

De Canicula Kaart naar het voeteneind van Nederland en weer terug

Op verzoek van de organisatie achter de Zuiderwaterlinie ontwikkelen we in het vroege voorjaar van 2024 vijf vaarroutes langs de vestingsteden en forten in Brabant. We worden daar zo enthousiast van dat we besluiten we onze vaarvakantie te gebruiken voor een hernieuwde kennismaking met de Brabantse gezelligheid. En we worden niet teleurgesteld, zoals je kunt zien in de video’s die we van de trip hebben gemaakt.

Etappe 1: van Sloten naar Kampen

  • Sluizen: 4
  • Laagste vaste brug: H5.1
  • Max diepgang: D10
  • Lengte: 61 km

De eerste etappe van deze vaartocht langs de forten en vestingsteden van de Zuiderwaterlinie begint in onze thuishaven Sloten. We varen zuidwaarts via de Woudsloot, het Brandemar en de Haringsloot naar de Grote Brekken, waar we stuurboord uitgaan voor de doorvaart door Lemmer. Dat kost zeven euro in het klompje voor twee bruggen en een sluis. Vaar meteen na de Lemstersluis bakboord uit naar de Friese Sluis en duik daar de polder in, letterlijk en figuurlijk, want je gaat zo’n vijf-en-halve meter naar beneden. De Lemstervaart stroomt vlak langs de A6 en is niet inspirerend, maar wel snel. Bij Emmeloord gaan we bakboord uit en via Marknesse (sluis) en de Voorstersluis (weer een paar meter omhoog) stuurboord uit richting het Zwarte Meer.

Ganzendiep

Volg na de Kadoelerkeersluis (staat meestal open) de boeien in zuidelijke richting totdat je aan stuurboord een smalle opening ziet, het Scheepvaartgat. Vaar daar in en volg de boeien tot je niet verder rechtdoor kunt, ga bakboord uit en meteen weer naar stuurboord. Dit watertje heet grappig genoeg ‘Goot’ en gaat na een paar kilometer over in het Ganzendiep dat naar de Ganzendiepsluis voert. Aan de andere kant van de sluis vaar je recht op de Gelderse IJssel aan, met daarachter het prachtige silhouet van Kampen. 

Lees ook: Aanleggen in Kampen

De Canicula kaart Kampen

Etappe 2: van Kampen naar Harderwijk

  • Sluizen: 2
  • Laagste vaste brug: H3.9
  • Max diepgang: D25
  • Lengte: 39 km

Sinds aanleg van het Reevediep hoeven we niet meer helemaal de IJssel af om op de Randmeren te komen. Daarom varen we een stukje stroomopwaarts tot vlak voor Wilsum, waar je stuurboord uitgaat door de Scheeresluis en een kilometer of zeven westwaarts vaart. Langs het water zie je de nieuwe woonwijk van Kampen uit de grond schieten. Aan het eind van het Reevediep bakboord uit, waar meteen de Reevesluis opdoemt. Achter de sluis is het stug doorvaren door het Drontermeer. Voorbij Elburg heet het water Veluwemeer, waar je op twee manieren de N302 kunt kruisen, onder het wegverkeer door, of er overheen. Aan bakboord ligt Harderwijk.

Nepvuurtoren

Ga in beide gevallen bakboord uit, richting het appartementencomplex in de vorm van een vuurtoren. Wil je in het centrum aanleggen, vaar dan nog een stukje door en leg aan in de Vissershaven of in de Stadshaven. Wij zijn steeds meer op onze rust gesteld en meren de laatste jaren daarom aan in jachthaven De Knar van Watersportvereniging Flevo, nog voor de ‘nepvuurtoren’ meteen aan bakboord. Vandaar uit is het een klein kwartiertje lopen naar de binnenstad van Harderwijk.

Lees ook: Aanleggen in Harderwijk

De Canicula Visport Harderwijk
De Vispoort in Harderwijk fungeerde tot 1947 als vuurtoren

Etappe 3: van Harderwijk naar Weesp

  • Sluizen: 2
  • Laagste vaste brug: nvt
  • Max diepgang: D14
  • Lengte: 54 km

Ook dit traject hoeft weinig uitleg, het is namelijk nog steeds stug doorvaren, eerst door het Wolderwijd, daarna door het Nuldernauw, waar je ter hoogte van Nijkerk de Nijkerkersluis tegenkomt. Hou wel de vaargeul aan, in verband met de waterplanten die welig tieren in de Randmeren. Voorbij Spakenburg (ook leuk om aan te leggen!) volgt het Eemmeer, met vlak voor de Stichtse Brug het eilandje met de intrigerende naam Dode Hond. Nog even de tanden op elkaar bijten om het Gooimeer te trotseren, maar na de brug in de A6 begint de fun. Tenminste, als het niet te hard waait, want dan is het kleine stukje tot aan het eerste schuileilandje best heel vervelend. Ben je daar eenmaal, vaar dan bakboord uit onder de eilandjes-ketting door en ga bij de havenmond van Muiden naar binnen.

Muiderslot

Je komt langs het indrukwekkende Muiderslot en door de Groote Zeesluis, die na de aanleg van de Afsluitdijk natuurlijk geen zeesluis meer is. Je bent dan op de Utrechtse Vecht, die na een paar bochten langs Weesp stroomt. Daar leggen we aan in jachthaven De Zeemeermin.

Het Eiland van de Dode Hond ligt in het Eemmeer, op de grens van de provincies Flevoland, Utrecht en Noord-Holland. Het is opgespoten rond 1964 tijdens de aanleg van de polderdijk van Zuidelijk Flevoland. Over die naam gaan veel verhalen de ronde, die uiteraard allemaal iets van doen hebben met een dode hond. Het mooiste verhaal komt van de burgervader van Bunschoten-Spakenburg, die stellig beweert dat hij van zijn grootvader gehoord heeft dat het ging om de hond van een baggeraar. Die hond zou vanaf het baggerschip op het opgespoten eilandje zijn gesprongen, waarna het dier verdronk in het drijfzand.

Lees ook: Het trieste lot van de Sjuten van Spakenburg

Lees ook: Aanleggen in Weesp

Etappe 4: van Weesp naar Vreeswijk

  • Sluizen: 3
  • Laagste vaste brug: H3 Oudegracht Utrecht/ H2.5 Stadsbuitengracht
  • Max diepgang: D16
  • Lengte: 49 km

Het is opnieuw een kwestie van gewoon rechtdoor, want de Utrechtse Vecht stroomt rechtstreeks naar de naamgever van dit water. Maar in tegenstelling tot de Randmeren, waar de oevers doorgaans ver weg zijn, heb je aan beide kanten van de Utrechtse Vecht veel te bekijken. Daar staan majestueuze huizen, enkele nog gebouwd door rijke kooplieden uit Amsterdam tijdens de eeuw die inmiddels niet meer naar een edelmetaal genoemd wordt. Ter hoogte van Hinderdam kun je door de Zanderijsluis een uitstapje maken naar de Spiegelplas, maar dat is een-heen-een-weertje. Wel een mooi heen-en-weertje hebben we inmiddels begrepen, maar we kunnen niet uit eigen ervaring spreken.

   

Imposante klapbruggen

De rivier kronkelt vrolijk verder, langs onder andere Vreeland en Loenen aan de Vecht, leuke plaatsen, met imposante klapbruggen. In Loenen kun je opnieuw een uitstapje maken, via de Mijndense Sluis en de Drecht naar de Loosdrechtse Plassen. Wil je ook de Vinkeveense Plassen nog bekijken? Ga dan bij Nieuwersluis stuurboord uit. Wij gaan gewoon rechtdoor en bereiken voorbij Oud-Zuilen de buitenwijken van Utrecht. Eenmaal geschut in de Weerdsluis kun je kiezen: rechtdoor over de Oudegracht (H3) of stuurboord uit via de Stadsbuitengracht onder Hoog Catharijne door (H2.5). In beide gevallen kom je uit op dezelfde plek, bij de Vaartscherijnbrug.

Lees ook: Rondje Utrecht-Woerden-Vinkeveen-Utrecht

Snelvarend vrachtverkeer

Onder deze Vaartscherijnbrug varen we door en dan moet je misschien wat geduld hebben, want je passeert een heel stel bruggen, waar je soms even wat langer moet wachten. Dan volgen de Noordersluis en het Amsterdam-Rijnkanaal. Voordat je die oversteekt moet je goed moet uitkijken, in verband met het snelvarende vrachtverkeer, dat vaak fikse golfslag geeft. Aan de andere kant van het water kom je bij de Zuidersluis, die als het goed uitkomt qua tegemoetkomend vaarverkeer, alvast voor je is opengezet, dankzij de brugwachters die elkaar laten weten wat er aankomt. Hou na de Blauwe- en de Rijnhuizerbrug bakboord aan. Stuurboord gaat het naar de Hollandse IJssel, maar dat doen we een ander keertje. Nu varen we voorbij de brug in de Plettenburgerbaan en de Wiersebrug bakboord uit de passantenhaven van Vreeswijk binnen.

Lees meer: Aanleggen in Vreeswijk

De Canicula Vreeswijk Koninginnensluis
De Koninginnensluis in Vreeswijk is genoemd naar koninginnen Emma en haar dochter Wilhelmina. Je komt uit op de Lek

Etappe 5: van Vreeswijk naar Dordrecht

  • Sluizen: 0
  • Laagste vaste brug: nvt
  • Max diepgang: D27
  • Lengte: 49 km

Loop voordat je vertrekt nog even naar het oude centrum van dit vissersstadje. Je hebt op het bankje bovenop de dijk een prachtig uitzicht over de Lek en de plek waar ooit het Pinnenmaekersveer de verbinding vormde tussen Vianen en Vreeswijk. Als je genoeg hebt genoten vaar je de passantenhaven uit in zuidelijke richting, waarna je in de imposante Koninginnensluis belandt. Na het schutten vaar je stuurboord uit de Lek op. Het is doorgaans geen druk bevaren rivier, maar je kunt wel een paar binnenvaartschepen treffen en er varen veerponten heen-en-weer.

De naam ‘Pinnenmaekersveer’ kwam van de kleine ronde houten pinnetjes die de schippers maakten als ze even niks te doen hadden. De pinnen werden gebruikt voor het maken van schoenen. Het Pinnenmaekersveer is inmiddels vervangen door het voet- en fietspontje de Vrevia.

Onder de toren met de klokkenkroon

We varen langs Ameide, Nieuwpoort en Schoonhoven. Even voorbij Lekkerkerk zie je boven de Lekdijk de wieken van de molens van Kinderdijk opdoemen. Wil je ze van dichtbij bekijken? Dat kan, maar dat doen we een ander keertje. Want we gaan nu voorbij Kinderdijk bakboord uit de Noord op. Hier kun je fiks veel golfslag van binnenvaartschepen verwachten, maar meestal valt het mee. Het is in ieder geval een interessante vaarweg, deze snelweg voor de scheepvaart, die langs Alblasserdam voert en uitkomt bij Dordrecht. In deze prachtige stad kun je kiezen tussen diverse jachthavens. Wij zijn erg gesteld op het charmante Maartensgat, waar je aanlegt pal onder de toren van de Grote Kerk met de klokkenkroon.

Lees meer: Aanleggen in Dordrecht

Uitstapje: in deze video varen we vanuit Dordrecht naar de molens van Kinderdijk

Etappe 6: van Dordrecht naar Bergen op Zoom

  • Sluizen: 1
  • Laagste vaste brug: nvt
  • Max diepgang: D15
  • Lengte: 65 km

We varen Dordrecht uit in westelijke richting, onder de imposante hefbrug door, die door inwoners van Dordrecht ook wel ‘het hemelbed’ wordt genoemd. Ga voorbij een aantal industrieterreinen bakboord uit de Dordtse Kil op. Na het passeren van de vluchthaven zie je aan stuurboord het plukje huizen van het buurtschap De Wacht, dat haar naam ontleent aan het wachthuis van de Admiraliteit van Rotterdam, waar passerende schippers tol moesten betalen. Dat hoeft gelukkig nu niet meer.

De wachtpost van de Admiraliteit van Rotterdam midden 17e eeuw. De wachtpost werd in 1948 opgeheven. Afbeelding: Regionaal Archief Dordrecht

Op je tanden bijten

Na een paar kilometer bereik je het Hollands Diep, waar je stuurboord uitgaat voorbij het industriegebied van Moerdijk en Willemstad naar de Volkeraksluizen. Hou voor het passeren van de jachtensluis stuurboord aan. Na een kilometer of twintig varen we bakboord uit het Schelde-Rijnkanaal op en dan is het ook weer een kilometer of twintig op je tanden bijten met de muziek hard aan. Voorbij Tholen heet het water Bergsche Diep en ga je bakboord uit door de altijd openstaande sluis langs de industrieterreinen van de Theodorushaven naar de jachthaven van WV De Schelde in Bergen op Zoom. Vanuit de jachthaven is het zo’n twintig minuten lopen naar het centrum van de stad.

Lees ook: Aanleggen in Bergen op Zoom

Friese vuurleeuw

De Zuiderwaterlinie is ontworpen door Menno van Coehoorn, de Fries die zich ontwikkelde van infanterist tot belegeraar tot de beroemdste vestingbouwer van Nederland. Hij kreeg als bijnaam ‘de Friese vuurleeuw’ en is de hoofdpersoon van het verhaal van de historische watergrens tussen Bergen op Zoom en Grave. Van Coehoorn verbeterde de forten en vestingsteden en schakelde ze aan elkaar met behulp van terrein dat onder water gezet kon worden bij nadering van de vijand. Bergen op Zoom beschouwde hij als zijn meesterwerk.  Restanten van de vestingwerken zijn alleen nog ondergronds te vinden, een gangenstelsel in de buurt van het station en in het Ravelijn op den Zoom.

Ondanks de fraaie vestingwerken werd Bergen op Zoom in 1747 veroverd door de Fransen

Beroemde Mozesbrug

Heb je de fiets mee op de boot? Fiets dan naar Fort de Roovere, vijf kilometer buiten Bergen op Zoom. Honderden jaren lagen de restanten van het fort vergeten onder boerenland. Totdat op basis van oude kaarten en het geheugen van omwonenden de contouren van het fort weer tot leven werden gewekt. Inmiddels zijn er nieuwe elementen toegevoegd: een bijzonder vormgegeven uitkijktoren, waar je in z’n voet van alles te weten komt over de geschiedenis van het fort en de beroemde Mozesbrug, waarbij je ‘door’ het water loopt.

De Canicula Fort de Roovere Mozesbrug
De Mozesbrug dwars door de gracht van Fort de Roovere

Etappe 7: van Bergen op Zoom naar Willemstad

  • Sluizen: 1
  • Laagste vaste brug: nvt
  • Max diepgang: D20
  • Lengte: 40 km

Vanuit Bergen op Zoom varen we dezelfde route terug, waarbij we na een paar kilometer bakboord uitgaan voor een bezoekje aan Tholen. De naam van het Zeeuwse eiland verwijst naar de tol die werd geheven op de rivier de Eendracht, die sinds 1975 het Schelde-Rijnkanaal heet. Het stadje Tholen wordt omringd door de kenmerkende vestingwallen en ook het middeleeuwse stratenpatroon is nog steeds goed te zien. Tot de aanleg van de Oesterdam rond 1985 stond de haven onder invloed van het getij. Maar achter de keersluis – die moet voorkomen dat de buitendijkse wijk Waterfront onder water komt te staan als het Volkerak-Zoommeer wordt ingezet als waterberging –  liggen de bootjes nu rustig te dobberen in de jachthaven van WSV De Kogge.

Fort Prins Frederik

Ook bekijken we onderweg Ooltgensplaat, op het oostelijkste puntje van het Zuid-Hollandse eiland Goeree-Overflakkee. In het centrum kun je aanleggen in de pittoreske haven van Watersportvereniging Ooltgensplaat. Het dorpje heeft een mooi raadhuis en een supermarkt op loopafstand. We komen speciaal voor Fort Prins Frederik, dat ooit de doorgang in het Volkerak en het Hellegat bewaakte. Het fort wordt compleet gerestaureerd om er een toeristische trekker van te maken. Vanuit Ooltgensplaats is het maar een piepklein stukje naar de Volkeraksluizen. Willemstad ligt om de hoek aan stuurboord.

Lees ook: Aanleggen in Willemstad

Lees ook: Wat je niet ziet in de video

De Canicula Ooltgensplaat Fort Prins Frederik
Fort Prins Frederik op Ooltgensplaat met in het midden een verdedigingstoren

Etappe 8: van Willemstad naar Heusden

  • Sluizen: 0
  • Laagste vaste brug: H86.2
  • Max diepgang: D17
  • Lengte: 51 km

Het woord ‘routebeschrijving’ is hier wat overdreven, want vanuit Willemstad is het gewoon recht-zo-die-gaat in oostelijke richting. Je passeert de Moerdijkbrug, waarna aan bakboord de Biesbosch ligt, maar helaas is daar weinig van te zien. Aan de andere kant ligt Drimmelen met z’n enorme jachthaven, waar je kunt tanken. Wij varen daar allemaal aan voorbij en gaan even voorbij de Amercentrale stuurboord uit de Donge op om Geertruidenberg te bekijken vanuit de jachthaven van Watersportvereniging Geertruidenberg.

Lees ook: Aanleggen in Geertruidenberg

   

Keizersveerbrug

Als we weer terug zijn op de Maas vervolgen we onze reis naar het oosten, voorbij de brug met de nieuwsgierig makende naam ‘Keizersveerbrug’. Hier begint ook zo’n beetje de Bergsche Maas, die rond 1900 werd aangelegd tussen Heusden en Geertruidenberg, om de waterafvoer van de Maas te verbeteren.  De dorpjes Hagoort en Gansoijen verdwenen van de kaart en de bewoners van het gebied moesten voortaan gebruik maken van veerponten om bij hun buren te kunnen borrelen. Het kanaal is breed en best ’n beetje saai, maar na een ruime twintig kilometer bereiken we het vestingstadje Heusden, dat je beslist moet bekijken, want het is helemaal gerestaureerd en je waant je er in de middeleeuwen.

Lees ook: Aanleggen in Heusden

In deze video kun je zien hoe de Keizersveerbrug aan haar naam komt en nog veel meer

Etappe 9: van Heusden naar Grave

  • Sluizen: 2
  • Laagste vaste brug: H72.2
  • Max diepgang: D25
  • Lengte: 56 km

We gaan verder over de Maas, waarbij we Lith de sluis passeren. Het is de eerste van de zeven sluis- en stuwcomplexen tot de Belgische grens, die samen een hoogteverschil van 45 meter overbruggen. Maar we hoeven ze gelukkig niet alle zeven te slechten, want bij Grave komen we de tweede, en voor ons tijdens deze reis laatste, Maassluis tegen. Maar daar zijn we nog niet, want we passeren talloze uitgegraven grindgaten met leuke jachthavens en de vestingstadjes Megen en Ravestein. Bij Megen kun je helaas niet aanleggen, maar bij Ravestein wel. Helaas regent het pijpestelen als wij er passeren, maar we gaan er beslist een keer aanleggen, want het plaatsje ziet er op foto’s veelbelovend uit! We hebben er dan wel een kilometer of vijftig opzitten en meren af in de jachthaven van WSV De Stuw.

Lees ook: Aanleggen in Grave

De Canicula Ravenstein Zuiderwaterlinie Marc Bolsius
Ravenstein langs de Maas. Foto: Zuiderwaterlinie/Marc Bolsius

Etappe 10: van Grave naar Laag-Keppel

  • Sluizen: 2
  • Laagste vaste brug: H80
  • Max diepgang: D25
  • Lengte: 80 km

Voorbij Grave hebben we nog maar een klein stukje Zuiderwaterlinie te gaan, want de Kraaijenbergsche Plassen markeren het einde van de verdedigingsgordel. Op die plaats werd namelijk het water ingelaten dat het land ontoegankelijk moest maken voor de vijand, de zogenaamde Beersche Overlaat. Inmiddels is het gebied ingericht als waterparadijs. Maar wij gaan de andere kant op, bakboord uit het Maas-Waalkanaal in. Ook dit kanaal is, zoals de meeste kanalen, niet erg inspirerend. Maar na een kilometer of dertien wordt het anders, want na sluis Weurt belanden we op de Waal en zien we om de bocht Nijmegen opdoemen. Ter hoogte van de stad is de Waal wat smaller en kan het er behoorlijk druk zijn.

De Canicula Nijmegen
De Waalkade van Nijmegen

Geitenpaadje

In Grave hebben we tip gekregen om meteen naar de overkant van de Waal te varen en zo het kortere geitenpaadje te nemen. Dat gaat inderdaad wat sneller, maar we gaan vanwege de tegenstroom zo langzaam vooruit dat we besluiten niet door te varen naar de Gelderse IJssel, maar om te overnachten in de Bijland, in een voormalige waard, die in 1926 werd uitgegraven en inmiddels een waar walhalla is voor watersporters. De Bijland ligt even verder dan het Pannerdensch Kanaal. Via een smalle doorgang (H6 W115) bereik je jachthaven De Bijland.

Bij het uitbaggeren van De Bijland zijn zoveel sporen gevonden van de Romeinen dat wordt aangenomen dat hier ooit een fort heeft gestaan; Castellum Carvium, als onderdeel van de Romeinse grens tussen de beschaving in het zuiden en de barbaren in het noorden. Er is onder meer een verzilverde zwaardschede gevonden en een altaarsteen, gewijd aan Jupiter. Uit de vondsten blijkt dat Carvium in functie bleef tot het eind van de derde eeuw.

Naar de Oude IJssel

De volgende dag varen we een klein stukje terug, slechten het Pannerdensch Kanaal en bereiken na zes kilometer de IJsselkop, waar we de Gelderse IJssel opvaren. Zo’n twintig kilometer verder ligt Doesburg, waar je vlak voor de oude industriehaven stuurboord uitgaat en na een bocht recht op de sluis aanvaart. Achter de sluis ligt de Oude IJssel. De sluis heeft een behoorlijk verval en is slecht ingericht voor kleinere schepen, waardoor je soms wat creatief moet zijn, bijvoorbeeld door vast te leggen aan een schip dat wel voor- en achter kan beleggen. En anders lukt het ook wel met een enkele lijn om de middenbolder, waarbij de schipper zonodig bijstuurt. Na een paar kilometer én een beweegbare brug kun je aanleggen in jachthaven Bommen Berend in Laag-Keppel.

Lees ook: Aanleggen in Laag-Keppel

Etappe 11: van Laag-Keppel naar Hattem

  • Sluizen: 1
  • Laagste vaste brug: H61.3
  • Max diepgang: D17
  • Lengte: 78 km

Na het verblijf bij Bommen Berend varen we dezelfde route terug en gaan bij Doesburg de Gelderse IJssel weer op. Die kronkelt zich langs Zutphen, Deventer, (ook leuk om te bekijken!) Olst en Wijhe langs Hattem, waar we bakboord uitgaan voor een klein stukje Apeldoorns Kanaal en gaan aanleggen in Jachthaven IJsseldelta Marina.

Lees ook: Varen over de Gelderse IJssel

De Canicula Hattem
De jachthaven van IJsseldelta Marina in Hattem

Etappe 12: van Hattem naar Schoterzijl

  • Sluizen: 3
  • Laagste vaste brug: H27
  • Max diepgang: D11
  • Lengte: 60 km

We gaan verder noordwaarts, tot even voorbij Zwolle, waar we stuurboord uitgaan het Zwolle-IJsselkanaal in, door de Spooldersluis waar we na Zwolle het Zwarte Water bereiken, dat langs het schilderachtige Hasselt voert. We varen Zwartsluis nét voorbij en gaan dan stuurboord uit, onder de N331 door het kolkje De Waa in, waar ons de Arembergersluis wacht. Na de sluis is het recht-zo-die-gaat, met een geweldig landschap om op uit te kijken. Voorbij de Belterwijde steek je het schiereiland Ronduite door. Achter de beweegbare brug ontvouwt zich de Beulakerwijde.

Ooit was het land, de Beulakerwijde, genoemd naar het veendorpje Beulake. Maar het ging ten onder, nadat eeuwenlang in het omliggende laagveen turf was gewonnen. Die turf werd gemaakt door veen op te baggeren en dat in blokjes op langgerekte akkers te laten drogen. Die legakkers werden steeds smaller en in 1776 sloeg het noodlot toe: een hevige stormvloed veegde Beulake van de kaart en spoelde vrijwel alle huizen weg. Zo ontstonden de meren in de Kop van Overijssel. Een kunstwerk in de vorm van een kerktoren houdt de herinnering aan de tragedie levend. En het schijnt dat je heel soms de klokken nog kunt horen luiden.

Alternatieve route

Voor wie deze tocht dit jaar wil varen, helaas wordt de Spooldersluis tot en met 27 juli 2025 gerenoveerd en is-ie dus gesloten. Geen nood, hier een alternatief, dat ook heel mooi is! Vaar Zwolle voorbij, verder de IJssel af en ga bij Kampen stuurboord uit door de Ganzendiepsluis, het Ganzendiep, de Goot en het Scheepvaartgat, dezelfde tocht die we op de heenweg hebben gemaakt en nu in omgekeerde richting. Steek het Zwarte Meer weer over naar het Kadoelermeer en volg het Vollenhoverkanaal naar Blokzijl. Passeer daar de sluis en vaar dan door het Noorderdiep en de Valse Trog, waarbij je aan het eind op het Giethoornse Meer uitkomt. Volg de boeien en ga bakboord uit naar Muggenbeet, waar je de route weer oppakt. Specs: H5.1 / D10.

Jonen en Muggenbeet

Als je het meer min of meer recht bent overgestoken kom je via de Walengracht en het piepkleine buurtschapje Jonen (let op, veerpont!) op het Giethoornse Meer. Ook hier is het gewoon rechtdoor, waarna je bij Muggenbeet op de Wetering terecht komt. Na een mooie tocht met leuke huizen en dito tuinen langs het water, gaat de Wetering over in de Heuvengracht, die na een bocht de Kalenbergergracht wordt genoemd. Ook hier kijk je je ogen uit! Voorbij Ossenzijl met z’n beweegbare brug ga je bakboord uit de Linde op. Die voert naar Kuinre, waar je een sluis passeert. Daarna is het nog een kilometer of vijf naar Schoterzijl, waar we gaan aanleggen in jachthaven ’t Sluisje.

Lees ook: Aanleggen in Schoterzijl

In deze video kun je het laatste deel van onze tocht bekijken

Etappe 13: van Schoterzijl naar Sloten

  • Sluizen: 0
  • Laagste vaste brug: H29.7
  • Max diepgang: D11
  • Lengte: 21 km

Het mooie watertje de Tjonger hebben we gelukkig nog te gaan voordat we weer in Sloten arriveren. We varen in noordoostelijke richting tot de driesprong, waar we bakboord uitgaan door de Pier Christiaansloot via Echtenerbrug (drie euro in het klompje) naar het Tjeukemeer. Dit steken we recht over en blijven braaf binnen de betonning, want het meer is op sommige plaatsen erg ondiep. Aan de andere kant van de snelweg A6 – die dwars door het meer is aangelegd – bereiken we de Follegasloot, die we uitvaren tot de kruising met het Prinses Margrietkanaal. Ook die steken we over, een beetje links aanhouden, waarna we via de Rijnsloot, de Haringsloot, het Brandemar, de Woudsloot en de Ee weer op Sloten aanvaren, waar we gaan aanleggen in onze eigen box bij Jachthaven Lemsterpoort. Het zit er weer op, jammer genoeg, maar volgend jaar is er gelukkig weer een vaarjaar!

Lees ook: De Slag bij Schoterzijl

Lees ook: Aanleggen in Sloten

Vind je de video’s leuk? Je kunt je hier gratis abonneren op ons kanaal, dan zie je de nieuwste video’s het eerst!

Disclaimer en auteursrecht

We hebben deze vaarroute zorgvuldig samengesteld, maar je blijft natuurlijk zelf verantwoordelijk voor het checken van de vaarweg en het veilig varen onderweg. Op deze tekst berust auteursrecht. Natuurlijk mag je ‘m printen voor persoonlijk gebruik, maar het is niet toegestaan de tekst te verspreiden. Opmerkingen of aanvullingen kun je sturen via het formulier. Ga met de pijltjes naar het volgende vak, als je op ‘enter’ klikt wordt het bericht verzonden.

Marieke, mei 2025