Het oude lighthouse op het nieuwe land

Sinds 2015 toeren we met de boot door Nederland. Onze eerste vaartocht voert door Overijssel. We vallen van de ene verbazing in de andere. Over de imposante bebouwing van Vollenhove, de massieve zeesluis van Blokzijl, het dijkdorp Kuinre. Geweldig! Inmiddels zijn we bijna heel Nederland door gevaren. Onderweg verzamelen we bijzondere verhalen. Dit is het verhaal van het oude lighthouse op het nieuwe land.

Intens blauw

Een tocht die grote indruk op ons maakt is die vanuit Zwartsluis over het Zwartewater het Zwarte Meer op. Het grote, open water is niet zwart maar intens blauw, hoe ver je ook kijkt. Met ons sloepje zijn we onderweg naar Vollenhove. Onder water, vlak naast ons, liggen de verdronken restanten van strekdammen die tot 1948 de vaargeul naar Zwolle beschermden. Maar dát weten we dan nog niet.

De strekdammen waartussen de schepen veilig naar het Zwartewater konden varen. Foto: Screenshot Topotijdreis.nl
Kraggenburg

Aan het eind van die kilometers lange strekdammen lagen de vluchthaven met daarnaast lighthouse Kraggenburg. Met de aanleg van de Noordoostpolder werden ze overbodig. Maar waar de strekdammen werden opgeslokt door land en zee, bleef het lighthouse staan waar het stond: op een terp, hoog uitstekend boven het vlakke polderland.

Kraggen zijn pakketten van dicht in elkaar gegroeide wortels van riet en waterplanten. Ze werden bij de bouw van de strekdammen gebruikt als onderlaag.

Parel van de Zuiderzee

Niet te zien als je er over het Kadoelermeer voorbij vaart, maar wel interessant voor ons watersporters. Want vanaf jachthaven Voorstersluis en WSV Kraggenburg is het maar een klein stukje fietsen naar deze overgebleven parel van de Zuiderzee, die sinds de bouw van het dorp Kraggenburg in de Noordoostpolder Oud-Kraggenburg heet.

Met basaltblokken omkleed liggen dam, lichtopstand en lighthouse in het vlakke polderland
   
Lichtopstand

Aan het begin van de strekdammen stond een zogenoemd lichtopstand, waarvan je de gerenoveerde versie op de foto hierboven ziet staan. Dat licht moest de schippers veilig tussen de strekdammen loodsen. Pas als die onder water stonden, werd het rode licht op het dak van het huis aangestoken. En als het dan ook nog eens heel mistig was, werd de mistbel geluid. Maar dat was niet de enige taak van de havenmeester.

Kraggenburg nog in volle glorie omgeven door de Zuiderzee. Foto: Collectie Wim Kuyper
Tolgeld

Hij moest namelijk ook het tolgeld innen voor het binnenvaren van de strekdammen. Tot woede van vooral de binnenschippers van Genemuiden, Zwartsluis en Hasselt. Ze hadden die strekdammen helemaal niet nodig en weigerden dan ook de tol te betalen. Deurwaarders die de niet betaalde belasting kwamen innen, werden zelfs mishandeld.

Kraggenburg in de net drooggevallen polder. Foto: Collectie Wim Kuyper
Derde zeehaven

Waarom eigenlijk die strekdammen aan weerszijden van een al bestaande vaargeul? Dat gebeurde op initiatief van Zwolle. De stad, in die tijd nog niet verbonden met de IJssel en dus afhankelijk van het Zwartewater, wilde de derde zeehaven van Nederland worden.

Stoomboten varen langs Kraggenburg. Foto: Collectie Wim Kuyper
Meer diepgang

Om de ambities van Zwolle waar te maken moesten het Zwartewater en de vaargeul het Zwolse Diep bevaarbaar worden voor schepen met meer diepgang.  De nieuwe strekdammen hadden als doel verzanding tegen te gaan en de vaargeul op diepte te houden.

Oud-Kraggenburg middenin de polder. Langs de rechtse gele lijn liepen de strekdammen. Foto: Screenshot Topotijdreis.nl
Parlementaire enquete

De rekening voor de aanleg van die strekdammen en het havencomplex werd via de tolheffing op de schippers afgeschoven. Maar die voelden er helemaal niets voor om te betalen voor aanpassingen die ze met hun ondiepe scheepjes dus helemaal niet nodig hadden. Het conflict mondde uit in de Zwolsche Diepkwestie, die leidde tot de eerste parlementaire enquete van Nederland.

De grote onvrede leidde in 1849 zelfs tot oprichting van de eerste vakbond van Nederland: het Schippersverbond. Deze bond zou later uitgroeien tot de landelijke schippersvereniging Schuttevaêr.

Monumentendagen

Het lighthouse is niet open voor publiek, alleen tijdens de Open Monumentendagen mag je binnen een kijkje nemen. Maar naast de ingang staat een bankje, waar je tijdens je fietstocht of wandeling even rustig kunt zitten om de bijzondere sfeer te proeven!

Tip: Je komt vlak langs oud-Kraggenburg tijdens de Canicula vaarroute Rondje Zwartsluis-Blokzijl-Vollenhove-Zwartsluis. Aanrader!

Varen met de Canicula - De populairste vaarroutes

Bronnen: Canon De Noordoostpolder, Canon van Zwartewaterland, Schokland door de eeuwen heen, Emmeloord.info.

Blog: Rondje Dordt

Met de boot lig je vaak op de mooiste plek van de stad. Jachthaven Maartensgat in Dordrecht is zo’n plek. Schilderachtig gelegen, aan de voet van de Grote Kerk. De klok slaat vijf als we binnenvaren. Een mooie tijd om een stadswandeling te maken!

De oudste stad van Holland telt 1600 monumenten lees ik op internet.

We willen ze allemaal zien!

Ik tik op Google ‘stadswandeling Dordrecht’. Stadswandelingen genoeg! Eerst naar de VVV.  Die is gesloten. Natuurlijk. Het is zaterdagavond en op zondag is-ie ook dicht.

Maar op de website is vast wel een stadswandeling te vinden!

Na een muisklik of vijf krijg ik een kaartje met zeven historische plekken. Dat is alvast wat. Ik zoek verder op de website. De stadswandeling staat vast op de pagina Zien & Doen!

Huh? Duurzaamheidscentrum Weizicht? Een moestuin bij Villa Augustus? Een tapasbar? Ik wil gewoon een stadswandeling! Ik zoek verder. En dan vind ik het:

Stadswandelingen op te halen bij de balie van de VVV…

Maar de balie is dicht! En morgen varen we verder! Een andere website dan?

Zucht…
112 euro… met een groép! We zijn maar met z’n tweetjes!?

Dan gaan we zélf wel op zoek naar de highlights van Dordrecht. We stappen van boord. Yes! Een wegwijzer. Mét:

Helaas. Halverwege de Nieuwe Haven houden de Rondje-Dordt-bordjes op. We lopen nog een stukje verder en stappen zomaar een straatje in. We komen langs het stadhuis. En het pand van de Gulden Os aan de Groenmarkt. En dan zijn we ineens weer bij de jachthaven.

Moeten we nog niet even terug? Ik twijfel. Maar m’n voeten doen zeer en een koud biertje lonkt.

De volgende dag varen we wat teleurgesteld verder. Richting Biesbosch, langs de kade van Dordrecht. ‘Stop!’ roep ik. ‘Dáár zijn we helemaal niet geweest!’

De Groothoofdspoort in Dordrecht - De Canicula

De kapitein zegt, met de-blik-op-vooruit:

“Een hele goede reden om terug te komen”

Een uurtje later varen we de Biesbosch binnen. We kijken rond in het bezoekerscentrum. En dáár zie ik ze liggen. Stápels.

Ik neem er alvast eentje mee. Voor de volgende keer.

Dit stukje is bijna klaar als we in Culemborg aankomen. Na betaling van het havengeld geeft de havenmeester van jachthaven De Helling me een tasje. Het zit vól met informatie over de historische stad. En een stadswandeling. Na het eten maar es even een ommetje doen! 

Lees ook: Aanleggen in Dordrecht

UPDATE

Inmiddels zijn we vaker in Dordrecht geweest en hebben we van de havenmeester van jachthaven Maartensgat tássen met informatie gekregen. En: Dordrecht is een prachtige stad om te bekijken!

Blog: Met de boot naar Hollands Siberië

Heeft jouw overgrootvader ook de grond omgespit in Hollands Siberië? Ja, je leest het goed. De grond bewerkt rond de dwangkolonie Veenhuizen. Terwijl jouw overgrootmoeder moest spinnen. Of wassen. Of honderden kilo’s aardappelen schillen. Zwaar werk. Ver weg in Drenthe. In Hollands Siberië, oftewel Veenhuizen.

De Canicula in Veenhuizen

Met de boot naar Hollands Siberië

Waar vroeger bedelaars uit heel Nederland naar toe werden gestuurd. Hoe ze daar kwamen? Met de boot vanuit Amsterdam, over de Zuiderzee naar Blokzijl. Vandaar naar Assen en verder, over de Kolonievaart naar Veenhuizen. Een geschiedenis waarvan nog steeds veel te weinig mensen weten.

Dit is die Kolonievaart. Duizenden, misschien wel tienduizenden vooral westerlingen zijn er met trekschuiten naar Veenhuizen vervoerd.

Arme sloebers

De Kolonievaart ligt langs onze favoriete route op weg naar de Canicula. Als we er langs rijden zie ik in gedachten duizenden arme sloebers in trekschuiten voorbij komen. Vaders, moeders, kinderen, in hun grauwe kleren. Voor de meeste mensen enkele reis. 

Met de trekschuit naar Veenhuizen. Foto: Drents Archief
Gevangenisdorp

Nu is Veenhuizen een gevangenisdorp met échte gevangenissen. Ook Willem Holleeder alias De Neus zat er opgesloten, en de Drie van Breda. In het dorp staan prachtige gebouwen. Eén van de mooiste is het Tweede Gesticht, bijna 200 jaar geleden gebouwd voor bedelaars en hun gezinnen. Het Nationaal Gevangenismuseum zit er nu. Die laat als attractie speciale boevenbussen door het dorp rijden.

De kolonie is in de race voor een plek op de Werelderfgoedlijst van Unesco. 

Boevenbus en boevenboot

Door de lage vaste bruggen en de dammen kun je er met de boot al lang niet meer komen. Maar wat zou het geweldig zijn als we, net als de paupers, weer van Assen naar Veenhuizen kunnen varen. Om met eigen ogen het resultaat van de noeste arbeid van onze voorouders te zien. Naast een fantastische extra attractie voor de watersporter ook een toeristische kans om Veenhuizen nog beter op de kaart te zetten. Met de boevenbus én de boevenboot.

En dan mogen wij gelukkig wel weer naar huis….

Zij (nog) niet…

Meer weten? Lees dan het boek Het Pauperparadijs. Schrijfster Suzanna Jansen vertelt hoe haar voorouders in Veenhuizen terechtkwamen en hoe het hen daar verging. Als je het boek koopt via onderstaande link krijgen wij een kleine commissie. 

 

En wil je weten of jij ook afstamt van een Drentse pauper? Net zoals Willeke Alberti, Alexander Pechtold en één miljoen andere Nederlanders? Je kunt het vinden in het Drents Archief

Zo werkt de database van het Drents Archief

Volg de Canicula ook op YouTube!

Blog: Klopjacht op een kapitein

Ik heb me voorgenomen dat dit geen zeurblog wordt!

Ik ga het dan ook niet hebben over douches in jachthavens. Douches waarvan je zeker weet dat de eigenaar van de jachthaven er nog nóóóit onder heeft gestaan. Want anders zou hij er geen euro voor durven vragen. Maar in plaats daarvan geld toe betalen aan z’n gasten.

Gelukkig zijn er ook uitzonderingen! Lees snel verder!

Binnenkort word ik 51 jaar. En al klinkt dat oud (is dat zo?), het is eigenlijk te jong voor Bob Evers.

Bobwie?

In het holst van een stormachtige nacht zitten Arie, Bob en Jan op een motortjalkschip, piekerend over een goudschat…

Bob Evers uit Amerika en zijn Nederlandse vrienden Arie Roos en Jan Prins, de hoofdpersonen in de spannende-boeken-serie van Willy van der Heide. De serie verscheen halverwege de vorige eeuw. Ook in mijn jeugd al belegen dus. Toch las ik de boeken helemaal stuk. Zo spannend!

De schat is ingepikt door een bende onder aanvoering van een man die zich ‘de kapitein’ noemt… 

Terug naar de douche.

Jachthaven Lunegat in Dokkumer Nieuwe Zijlen heeft een super sanitairgebouw, waar je met plezier een euro (ja zelfs wel twee) uitgeeft voor de douche. In dat heerlijk verwarmde gebouw staat ook een boekenkast. Je zet er een boek in en haalt er een boek uit. Geweldig systeem. En ja, je raadt het al, ik pakte:

Er volgt een klopjacht op de kapitein om de schat terug te veroveren. Dat lukt! ‘Wa… wat is dat?’ ‘Goud’, zegt Bob ongeduldig. ‘Wat dacht jij dat het was, jou zeekoe? Plutonium? Drop?’

Ik lees een stukje voor aan P. Die kijkt verstrooid op van z’n Volkskrant-puzzel en zegt ‘Ik ben toch de kapitein? Hij heeft duidelijk niet mee gekregen waar het over gaat. Ik schiet in de lach.

Pas maar op dat Arie, Bob en Jan niet achter jou aan gaan zitten, hier in de haven van Zoutkamp! Al had ik dat wel eens willen zien! 

Blog=Bravo Lima Oscar Golf

Vandaag gaat P. naar Zwolle. 

Niet met de boot. Wel vóór de boot.

Hij gaat naar de Vamex. Voor het marifoon-examen. Pas als je dat hebt gehaald mag je communiceren met sluiswachters enzo. Niet dat het nodig is. De Canicula is te klein voor een verplichte marifoon. Maar het kan wel handig zijn.

Als je moederziel alleen voor een sluis ligt en geen idee hebt of ie wel of niet bediend wordt.

P. bestudeert daarom al wekenlang het lesboek en oefent proefexamens. 

 

Ik blijf dus thuis. Maar ik ga véél liever mee. Want thuis wacht een heel vervelend klusje….

Het houtwerk van de dakgoten moet schoon! Bah!

Vooral als je zo’n mooie, maar bewerkelijke dakgoot hebt als wij… Met heel veel tegenzin beklim ik de ladder. Op-en-neer, op-en-neer. Het houtwerk is zo vies dat ik na elke twee meter schoon poetswater moet halen. Heen-en-weer. Heen-en-weer.

Mijn chagrijn groeit met elke centimeter. Toch dwing ik mezelf door te gaan. Halverwege de goot passeer ik de leipeer.

Drie dagen geleden één witte bloesempracht, nu is ie alweer groen.

Als ik bij de boom ben aangekomen valt mijn oog op de uitgebloeide bloemetjes. 

Hele kleine peertjes! Mijn humeur wordt op slag beter. Op dat moment rinkelt m’n mobiel in mijn broekzak. In m’n haast ‘m op te nemen kukel ik bijna van de trap.

P. is geslaagd! Hoera!

Victor Romeo Oscar Lima India Juliett Kilo Papa Alfa Sierra Echo November  

In gewone mensentaal: vrolijk Pasen!