Geroosterd aan boord
Na afloop van elk vaarseizoen nemen we de gasflessen mee naar huis. Eind maart gaan ze dan weer terug aan boord. Maar dit voorjaar besluiten we ons kleine gasflesje mét kookpit thuis te laten. We hebben ‘m de laatste jaren niet gebruikt en denken dat we het ook zonder wel redden. Daar krijgen we flink spijt van als in juli een paar tropische dagen aanbreken en we zo’n beetje worden geroosterd in de boot. We gaan daarom noodgedwongen maar uit eten – twee dagen lang bij hetzelfde tentje vlakbij, want verder lopen is in die hitte niet te doen. We zijn dan in Nieuw-Amsterdam, waar we geen liggeld hoeven te betalen, dus dat heft elkaar weer aardig op.

Hooi moet van het land
Ook onze mede-watersporters blijven deze warme dagen liggen waar ze liggen. En zo zitten we langs de Veenvaart twee dagen lang in plaats van naar voorbij varende schepen, naar voorbij rijdende auto’s te kijken. En naar voorbij scheurende, zwaarbeladen tractoren. Want hitte of geen hitte, er komt onweer aan en het hooi moet van het land. Respect, denk ik, terwijl ik in mijn luie stoel dit stukje zit te tikken.
Windkracht vier, vijf, zes
Een paar weken geleden hadden we nog héél ander weer. Precies bij het aanbreken van een korte vakantie zou het heul hard gaan waaien, windkracht vier, vijf, zes, die hele zeven dagen lang. En dat terwijl ik Pieter eindelijk zover had dat hij een tochtje over de Waddenzee wilde maken. Ere wie ere toekomt, dat was vooral dankzij de brugwachter in Workum, die een praatje met ons kwam maken. Hij overtuigde Pieter ervan dat het geen hogere wiskunde is om van Lauwersoog naar Schiermonnikoog te varen. De gedetailleerde hydrografische waterkaarten hadden we zelfs al in huis, maar die tocht konden we vanwege de harde wind dus op onze buik schrijven. Toch was thuisblijven voor ons geen optie, zoals je in onze vorige video kon zien. Als je ‘m nog niet hebt bekeken dan kan dat hier!
Frouck van Popma
In de video kun je ook zien hoe we uitgebreid Wergea bekijken. Maar wat je niet ziet is dat we bij terugkomst in de boot een boek vinden over het Popma Gasthuis. Een cadeautje van Sieb, die we eerder die middag in theaterkerk de Bidler hebben ontmoet. Ik stelde hem wat vragen over het opvallende gebouw langs de Wergeaster Feart en Sieb bracht ons het boek in de hoop dat ik daarin antwoorden kon vinden. Een interessant boek, nogmaals dank Sieb! Er zijn er veel feitjes over het gebouw en de bewoonsters beschreven, maar ik ben vooral geïnteresseerd in de stichtster van dit onderkomen voor arme weduwen van protestantse huize: Frouck van Popma. Wie was zij en waarom stelde ze in haar testament duizend Caroliguldens beschikbaar voor de bouw?

Onenigheid in de familie?
Maar over de beweegreden van Frouck van Popma om het Gasthuis op te richten kan ik in het boek eigenlijk niks vinden. Frouck was zelf al heel lang weduwe, misschien had dat ermee te maken? En er was onenigheid in de familie, lees ik, maar hoe dat precies zat wordt me ook niet duidelijk. Daarom zoek ik verder in oude krantenarchieven, en dan ineens, nota bene in het Rotterdamsch Parool – toch wel een eindje uit de buurt – kom ik deze intrigerende krantenkop tegen. Zo’n tekst maakt nieuwsgierig, heel nieuwsgierig…

Vermeend schandaal
Voordat we dit vermeende schandaal uit de doeken doen, eerst even nog wat voorgeschiedenis. Frouck van Popma wordt geboren op Roorda State in Wergea, vlakbij het gasthuis dat ze later zal laten bouwen voor de armlastige vrouwen die hun echtgenoot hebben overleefd. Na haar bruiloft trekt ze in bij haar man in Holwerd. Als haar vader overlijdt, gaat Roorda State over op familie, maar ook die komen uit de tijd, de een na de ander. Uiteindelijk blijft alleen een dochter over, die eenzaam in het grote huis woont: Jel van Popma, een nicht van Frouck. Het kan zijn dat Jel ongetrouwd was vanwege een lichamelijke afwijking, het Rotterdamsch Parool schrijft dat ze waarschijnlijk een hoge rug had, wat dat dan ook moge betekenen. En dan komt het ‘schandaal’ om de hoek kijken.

Niet kieskeurig
Dit staat letterlijk in het artikel van het Rotterdamsch Parool- zonder de taalfouten dan: Jel van Popma was schatrijk: ze bezat veertig boerderijen en vele landerijen. Maar ze schijnt niet al te kieskeurig geweest te zijn bij het uitnodigen van mannelijke gasten. Ook de 21-jarige muzikale zoon van de dorpsexecuteur ging graag naar het slot omdat de jonkvrouwe over een spinet beschikte. Het bericht dat de twintig jaar oudere Jel met de zoon van de executeur zou gaan trouwen verwekte al opschudding, maar het schandaal werd pas compleet toen Jel vijf maanden na haar trouwdag het leven schonk aan een zoon. Geschokt was ook de tante van de bruid, Frouck van Popma, de weduwe van de grietman van Westdongeradeel, die in Holwerd woonde. Jel was haar erfgename, maar Frouck besloot dat haar nicht zo weinig mogelijk zou profiteren. En daarom stichtte zij het gasthuis voor armlastigen weduwen.
Buitenechtelijke dochter
Het is een mooi verhaal, maar er klopt niks van. Want de betreffende zoon van de dorpsexecuteur, Jurjen Oeverinck, werd in 1670 geboren, dus lang nadat Frouck in 1661 overleed. Wat wél klopt is dat hij in 1692 trouwde met de twintig jaar oudere Jel, die op dat moment al een buitenechtelijke dochter had. Dat moet een hele rel zijn geweest, niet alleen in de familie, maar ook in de kerk, blijkt uit het bevolkingsarchief van Tietjerksteradeel:
Jel van Popma; dochter Susanna Dorothea, gedoopt Warga 24 feb. 1678, buiten echt geboren; toegelaten met attestatie van Warga, nu over haar openbare bekende ergerlijke schandelijke misval door boetvaardigh beklagh de Christelijke Gemeynte tot Warga, daer se die voor eenige jaren hadde begaan, hebbende voldaan, en nu ook voor deze C. Gemeynte, daar se hierna heeft gewoont, en nogh woont, door hare (soo veel ons bekent is) zedert die tijt eerlijke gedraaghsaamheyr.

Beroemde kerkmusicus
Ook al gebeurde dit alles lang na haar overlijden; Frouck zal zich in haar graf hebben omgedraaid. Maar wat haar misschien wel genoegen zou hebben gedaan, was dat de zoon van Jel en Jurjen de genen van zijn vader had geërfd en een beroemde kerkmusicus werd. Hier kun je de VI suites voort’ Clavier van Reijnold Popma van Oevering beluisteren.
Bekijk ook: Vaarroute Grou-Wergea-Alde Feanen- Grou

Reedmakerij
In de 19e en begin 20e eeuw maakte de ambachtelijke reedmakerij (Frysk voor schaatsenmakerij) in Friesland een bloeiperiode door. Ook Wergea droeg haar steentje bij met een tiental schaatsfabrikanten. Tot onze verrassing komen we zelfs onze eigen familienaam Rosier tegen onder de reedmakerijen, maar de bekendste fabrikant uit die tijd is toch wel de familie Hoekstra, met het voormalige gebouw van de fabriek nog langs de Wergeaster Feart. De firma maakte vooral de, voor de wat ouderen onder ons vast nog wel bekende, houten Friese doorlopers.
Koninklijke Hoekstra
Zelfs prinses Wilhelmina kocht schaatsen bij Hoekstra en de firma mocht daardoor het predikaat Hofleverancier voeren. In onze video heb je kunnen zien dat zoon Minne de winnaar was van de eerste officiële Elfstedentocht in 1909. Wil je wat meer weten over Minne, dan is hier een interessante video over het leven van deze bikkel, die weliswaar dominee werd, maar beslist geen heilige was.

Jagende stadhouders
Wat je ook niet ziet in de video is dat we, na enig tevergeefs speurwerk naar jagende Friese stadhouders, toch nog een keertje verkassen tijdens de winderige week. Onze laatste vakantienacht brengen we door langs de Rengerspôlle tussen Grou en Earnewald, waar bij elke windrichting wel een beschut plekje te vinden is. Het is een voormalige grondberging, waar eind vorige eeuw een vaart omheen werd gegraven, om watersporters een aantrekkelijke overnachtingsplaats te bieden en zo de échte Oude Venen (Frysk: Alde Feanen) wat te ontzien. Je kunt helemaal om het eiland heen wandelen, wat heel fijn is na een dagje stilzitten op de boot.

IJsvogel en Roerdomp
En lig je aan de overkant van het water? Dan kun je door de bossages naar de Doekesleat lopen, waar je in de speciaal voor ons watersporters gebouwde vogelkijkhut goed zicht hebt over de Wyldlannen. En dan maar hopen dat je een IJsvogel spot, of het kenmerkende geluid van de Roerdomp hoort: hoemp… hoemp… hoemp…
Abonneren op ons YouTubekanaal?
Aan het begin van dit stukje kon je lezen dat we in Nieuw-Amsterdam waren. Daar zijn we natuurlijk al lang niet meer. We zijn verder gevaren, over de Veenvaart naar Barger-Compascuum, Ter Apel, Haren, Papenburg. En gaan we nog over de Waddenzee naar Schiermonnikoog? Je kunt het allemaal volgen in onze video’s, waar je wel even geduld voor moet hebben. Gemiddeld is er eentje klaar om de vier weken. Met een klik op onderstaande banner kun je je abonneren, dan zie je de nieuwste video’s meteen.
Het is helemaal gratis en dat blijft ook zo! En heb je geen zin meer om ons te volgen? Dan kun je je net zo snel weer afmelden!
Bronnen:
Ontdek meer van Varen met de Canicula
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Weer prachtig geschreven en erg interessant.
Complimenten voor het speurwerk.
Mag het altijd graag lezen ⚓️
Groetjes Eppo en Hilly ⚓️
Dank Eppo en Hilly, groet!
Wat weer een prachtig verhaal over de geschiedenis van Wergea.
Ps Ook wij lagen vorige week, na een vaarroute Ommen-Hardenberg (kap even lager) laatste brug was 198, via Coevorden in Nieuw Amsterdam met zijn prachtige kade. S’ nachts hoorden we een vreemd geluid/lawaai langs onze boot schuren….mm toch maar even kijken. Lagen we los te dobberen in de vaart richting de brug. Je schrikt je lam, onbenullen(drank/lol) hadden ons losgegooid. Direct klaarwakker en gehandeld, sleutels zoeken starten en weer naar de kant. Toen we lagen zag mijn man nog een grote kruizer aan komen glijden, recht op ons af. Mensen wakker geroepen inmiddels waren er al meer wakker door het tumult. Gezamelijk ook die boot vast kunnen leggen. Een”rot” ervaring !! De dombo’s hebben niet in de gaten waar ze mee bezig zijn. Vertrouwen is wel even weg. Maar komt wel weer goed !
Wat een afgrijselijk verhaal! We hopen dat jullie er onbeschadigd vanaf zijn gekomen! Afgezien daarvan; top dat jullie dat stukje Overijsselse Vecht hebben kunnen varen. De Voorstraatsbrug in Hardenberg is nét een paar centimeter te laag voor ons. Groet!