Het hoogste punt én het hoogtepunt van de Veenvaart
“Wat is jouw hoogtepunt van onze vaartocht over de Veenvaart?”, vraag ik Pieter. Daarover hoeft hij niet lang na te denken: “De sluizen natuurlijk, de Spaarsluis en de Koppelsluis”. De Spaarsluis is de eerste die we tegenkomen vanuit de richting van Nieuw-Amsterdam. Zoals de naam al zegt is-ie ontworpen om zo weinig mogelijk water verloren te laten gaan. Terwijl we omhoog schutten legt Pieter uit dat het water uit een naastgelegen bassin in de sluis wordt gepompt. Bij het naar beneden schutten wordt datzelfde water weer opgevangen in het bassin. Maar wij schutten uiteraard niet weer naar beneden als we eenmaal omhoog gepompt zijn. Wij gaan verder, door het zes kilometer lange Koning Willem-Alexanderkanaal.

Tijdens het uitzoeken waar we allemaal voorbij komen tijdens onze vaartochten, komen we veel interessante onderwerpen tegen. Die kunnen lang niet allemaal in de video’s gebruikt worden, maar we willen ze natuurlijk ook graag vertellen! Je leest ze in deze blogs, waarop je je aan de rechterkant van deze pagina gratis kunt abonneren. Heb je geen zin meer in onze verhalen, dan kun je je net zo gemakkelijk weer uitschrijven. En wil je ons steunen? Dat kan voor de prijs van een glas rosé, het gaat via creditcard en het wijst zich vanzelf. Wij zijn je er dankbaar voor!
Grappende sluiswachters
Aan het eind van dit kanaal is het échte hoogtepunt van de Veenvaart: de Koppelsluis. Letterlijk, omdat-ie op een hoogte van zo’n twintig meter boven NAP ligt en figuurlijk omdat het een waar kunststukje is. De twee sluiskolken zijn aan elkaar gekoppeld zonder tussenpand, waardoor we trapsgewijs naar beneden schutten. Het gaat zo snel dat we nauwelijks tijd hebben om van het uitzicht te genieten. De sluiswachters hebben duidelijk lol in hun werk. Helaas willen ze niet voor de camera poseren, dus we moeten het doen met enkel de herinnering aan hun grappen en grollen.
Ook bij deze sluis wordt aan waterbesparing gedaan: het onderste pand wordt gevuld met water uit de bovenste sluis. Helemaal uniek is-ie niet, deze koppelsluis, maar een complex met twee sluizen meteen achter elkaar komt in Nederland nauwelijks meer voor.

Honderdduizend vrachtwagens
Het Koning Willem-Alexanderkanaal was altijd het ontbrekende stukje in de Veenvaartroute door zuid-oost Drenthe. De vaarweg zou al rond 1850 worden aangelegd, maar de Hondsrug – een langgerekte zandrug tussen de stad Groningen en Weiteveen – was een te groot obstakel voor de kanalenbouwers van die tijd. Maar zo rond 2010 wordt besloten om alsnog een stukje van de zandrug door te graven. Ruim 3,2 miljoen ton zand- en keileem wordt opgegraven en verplaatst – dat zijn maar liefst honderdduizend vrachtwagens heeft ChatGTP voor me uitgerekend – en er gaan een miljoen manuren in het project zitten. Allemaal om ons een mooie vaartocht te bieden. En dat is gelukt, zoals je kunt zien in deze video.
Lees ook: De Veenvaart, een kanaal met een verhaal
Aanleggen naast het Oosterbos
Bij de Koppelsluis naast het Oosterbos zijn mooie aanlegplekken. Ooit was het hier kaal veenmoeras, dat na de laatste ijstijd transformeerde in hoogveen. Veel later nog werden op dat hoogveen bomen aangeplant, vooral voor de productie van hout voor de Limburgse mijnen. De Scandinavische keien, die tevoorschijn kwamen bij het uitgraven van het Koning Willem-Alexanderkanaal, zijn kunstig langs de route neergevleid en vormen daar zogenoemde ‘IJstijdrustpunten’. Vanaf het Oosterbos kun je erlangs fietsen en wandelen.
- Fietsroute: IJstijdenroute Bargerveen
- Wandelroute: Rondje Oosterbos

Het Veenpark
Wij gaan niet fietsen en ook niet wandelen, want wij hebben weer eens haast en varen door naar mijn hoogtepunt van de reis, het Veenpark. Dat ontstond in 1966, toen ter gelegenheid van het honderdjarige bestaan van het naastgelegen Barger-Compascuum, een klein veendorpje werd nagebouwd. Na afloop van de festiviteiten werd ’t Aole Compas niet afgebroken, integendeel. Het buurtje werd het begin van wat qua oppervlakte het grootse openluchtmuseum van Nederland zou worden.

Museumdorpen
In het Veenpark kun je twee museumdorpen bekijken, ’t Aole Compas en Bargermond. Een treintje maakt een rondje om het hele park en komt daarbij langs korenmolen De Berk en nagebouwde huizen van de veenarbeiders uit begin twintigste eeuw. Een ander boemeltje brengt je naar het hoogveengebied, waar uitgelegd wordt hoe van het hoogveen turf werd gemaakt. Ook kun je met een schip een klein stukje door het Veenparkkanaal langs de keurige huisjes van Bargermond varen. Naast het kanaal ligt de Jacoba Janna van de Groningse schippersfamilie Brands, waarvan acht leden om het leven kwamen tijdens de grote Veenbrand van 1917.

Militaire belangen
Het jaartal 1966 valt op, want dat is mijn bouwjaar. En even verder redenerend: bestond veendorp Barger-Compascuum in 1966 nog maar honderd jaar? Het veen rond Beulake, Loosdrecht, Vinkeveen, werd toch al rond de middeleeuwen ontgonnen? Maar het klopt echt, het gebied achter Emmen was het laatste stukje veen van Nederland en werd pas rond 1860 afgegraven. En dat kwam niet alleen omdat het landschap hier nog ‘woest en ledig’ was met enkel wat gemeenschappelijke weidegrond, maar had vooral ook te maken met militaire belangen.

Verdedigingslinie
Want de aanval en de belegering van de stad Groningen in 1672 door de bisschop van Münster, alias Bommen Berend, laat zien hoe kwetsbaar het noorden van Nederland is. Het is niet gemakkelijk om vanuit het oosten Drenthe en Groningen binnen te dringen, want hier ligt het enorme Bourtanger Moeras. Maar op sommige plekken kun je een doorsteek maken en daarom wordt rond 1687 een leidijk als militaire verdedigingslinie gebouwd. Die dijk, van maar liefst 226 kilometer lang, moet ervoor zorgen dat het moeras drassig en zompig blijft en de vijand buiten houdt. Pas na tweehonderd jaar, zo rond 1850, wordt het veengebied door het militaire gezag vrijgegeven en kan het veen worden afgegraven voor de turfwinning.
Rond Ter Apel kun je een interessante wandeling door de geschiedenis maken. Je komt onder meer langs de resten van die dijk, bunkers uit de Tweede Wereldoorlog, het klooster en de Lourdesgrot. Trek er wel even tijd voor uit, want de tocht is twaalf kilometer lang en duurt zo’n twee-en-half uur.
Lees ook: Wandelen langs de dijken van Ter Apel

Wat je niet ziet in de video
Nadat het gebied is vrijgegeven komt de turfwinning massaal op gang. Voor het vervoer van al die turfjes worden kanalen en zijkanalen – wiek’n op zien Dreénts – gegraven. Veel van die waterwegen zijn inmiddels gedempt. Maar het Scholtenskanaal, het Oosterdiep en het Stads-Compascuumkanaal bestaan nog steeds en daar varen we dan ook doorheen op onze reis naar Ter Apel. Even voorbij het centrum van Emmer-Compascuum staat aan stuurboordzijde de Sint-Willehaduskerk, een erfenis van de katholieke arbeiders uit Twente, de Achterhoek en het Duitse Eemsland die hier het veen kwamen ontginnen.
Het is een opvallend grote en rijk uitgevoerde kerk voor een dorp en wordt wel de kathedraal van Drenthe genoemd. Overigens heeft ook de Sint-Pancratiuskerk in Diever die bijzondere benaming, maar dat even terzijde, want daar zijn we nu niet. Het gaat me om de naam die ik nog niet eerder ben tegengekomen: Willehadus. Wat was dat voor een man?

Bonifacius van Drenthe
Willehadus was een Engelse priester, die vanuit Dokkum naar Drenthe kwam om hier het christelijke geloof te verspreiden. Behalve de plaats Dokkum, waar Bonifacius door de Friezen zou zijn afgeslacht, is er nog een overeenkomst tussen die missionaris en deze Willehadus. Want het scheelde maar een haartje of ook hij had het leven gelaten. Dat zat zo: Willehadus en zijn volgers hadden het gemunt op de heidense heiligdommen van de streek, tot grote woede van de Drenten, die tal van de predikers een kopje kleiner maakten. Willehadus ontsnapte als door een wonder, maar hij was dus bijna de Bonifacius van Drenthe geworden. Na de vechtpartij koos Willehadus het hazenpad naar Bremen, waar hij tot bisschop werd gewijd.
Groningen, Bourtage of Haren?
Nadat we het klooster van Ter Apel hebben bekeken varen we weer verder. We kunnen hier drie kanten op:
- Rechtdoor via het Stadskanaal en het Grevelingskanaal naar Groningen
- Stukje terug en linksaf via het Ruiten-Aa-Kanaal naar Bourtange
- Nog iets verder terug en ook linksaf via het Haren-Rütenbrock Kanaal naar het Duitse Haren
Wij willen naar Duitsland en moeten dus over het Haren-Rütenbrock Kanaal. Dat heeft doorgaans geen belemmeringen, maar net dit jaar wel. Want ergens op dit traject wordt een fietsbrug gebouwd en zijn vensteropeningen ingesteld voor de scheepvaart. Hoe dat gaat en hoe het ons verder verloopt tijdens onze tocht noordwaarts over de Eems zie je in de volgende video, waarna je uiteraard de details weer kunt lezen in deze blogjes.
Waar die video eindigt weten we nog niet. Misschien wordt het Ditzum, misschien Termunterzijl? Jullie gaan het zien. We kunnen alvast vertellen dat we het een boeiende tocht vinden, vanwege meerdere redenen. Over een week of vier is het filmpje klaar. Hier kun je je abonneren op ons YouTubekanaal, dan zie je de nieuwste video’s meteen.
Het is helemaal gratis en dat blijft ook zo! En heb je geen zin meer om ons te volgen? Dan kun je je net zo snel weer afmelden!
Lees ook: Vaartocht langs de Zuiderwaterlinie
Lees ook: En we gaan met z’n allen naar de Veenvaart toe
Bronnen:
- Het geheugen van Drenthe: Het Veenpark
- Vergeten Verleden: De grote veenbrand van 1917
- Actualisatie bestemmingsplan: Klazienaveen-Noord en Scholtenszathe
- Willem Foorthuis: Lezing over de Veenkoloniën
- De krant van toen: Willehadus
- Tijdschrift voor historische geografie: Dijken door het moeras
Marieke, Assen, september 2025
Ontdek meer van Varen met de Canicula
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.